Alexander Enzerink (Warnsveld, 1987) is trainer-coach van het eerste mannenteam van MHC Almelo, waarmee hij vorig seizoen in de play offs de promotie naar de eerste klasse net niet haalde. Deze competitie lijkt zijn team na een koude start langzaam maar zeker weer op stoom te geraken. Door de week is hij actief als technisch coördinator bij PW in Enschede en vanavond speelt hij met Almelo voor de Silver Cup tegen De Graspiepers in Drachten.
Heb je zelf gehockeyed, en zo ja, bij welke club en op welk niveau?
‘Ik heb zelf zeker gehockeyd, bij MHC Zutphen, met als hoogtepunt de derde klasse. Maar ik heb ook tijdens mijn jeugd een aantal jaar niet gespeeld omdat ik fanatiek ging schaatsen en skeeleren in wedstrijdverband. Ik reed de laatste jaren vooral marathons in de winter en zomer. Van mijn 16e tot mijn 19e heb ik dit met hockey gecombineerd als dat mogelijk was. Dit betekende wel iedere dag trainen en zaterdag en zondags wedstrijden.’
Zit de kans er in dat Almelo dit seizoen weer de play-offs halen en dat het dan wel lukt?
‘Die kans is er zeker. We staan op dit moment vijfde met maar vijf punten achterstand op de nummer twee en we zijn ons ervan bewust dat we links en rechts wel een aantal punten hebben laten liggen. We kunnen de ervaring van afgelopen jaar mooi mee nemen als we weer in de zelfde situatie komen. Ik heb als coach wel vaker play-offs en finales gespeeld, dus ik wist wel wat we konden verwachten. En dat was ook wel ons geluk, zeker met het voordeel van een goede shoot-out keeper in ons tweede team.’
Volgens jullie beleidsplan uit 2016 beginnen de selecties in de jeugd bij C, B en A, waarom niet meteen bij de D’tjes?
‘Het beleidsplan dat ik samen met de TC en de elftalcommissie heb gemaakt voor PW is een leidraad, maar niet in beton gegoten. Op dit moment zijn we het weer aan het herschrijven en updaten. We spelen nu vanaf de 11-tallen met geselecteerde teams. Ook proberen we de 8-tallen in te delen op sterkte, maar wel vanuit een sociaal emotionele gedachte. Het gaat bij de 8-tallen immers totaal niet om presenteren.’
Zit het Twentse mannenhockey aan het plafond of kan het niveau Hattem-Nijmegen worden, en zo ja, hoe dan?
‘Ik denk dat de eerste klasseplek van EHV wel het plafond is voor de regio, ook omdat er qua aanvoer een beperkt aanbod is. En ik ben van mening dat het niet goed is voor een club een gekochte selectie te hebben terwijl je jeugd weinig voorstelt. Twente is qua hockeydichtheid niet te vergelijken met Nijmegen. Ik denk dat deze regio heel reeēl moet zijn in de ambitie die we hebben. Dat is gelukkig bij zowel PW als Almelo het geval. Ik probeer daar echt een adviserende rol in te hebben. Ik heb overigens al bij diverse clubs zoals Zutphen, Nijmegen, Apeldoorn en Zwolle in de keuken gekeken en heb daar ook wel een duidelijke mening over. Alles staat en valt met een goede jeugdopleiding en begeleiding op het kader dat zorgt voor de trainingen en het coachen.’
LpppHoe ziet een gemiddelde werkdag er voor je uit?
‘Tijdens het seizoen ben ik zeven dagen per week aan het werken, maar gelukkig gaat veel via de telefoon of computer. Op de maandag, woensdag, donderdag en zaterdag ben ik op PW. Voor de zaterdag bekijk ik vooraf welke wedstrijden ik wil zien en ondersteunen. Soms komen er ook verzoeken van coaches die ik dan probeer in te passen. Dit kan op de club zelf zijn of in de regio. Op woensdag en vrijdag ben ik in Almelo en reis dus door de week vaak vanuit Enschede door. Vaak ben ik dan tegen middernacht weer thuis, maar zolang het werk dat je doet gewoon ontzettend leuk is om te doen en waar je geholpen wordt door prettige mensen die graag mee werken en meedenken, is het vooral iets wat veel energie oplevert.’
Wat was je geworden als je geen hockey-trainer was geweest?
‘Dat is een vraag die ik mijzelf ook wel eens stel. Ik heb de opleiding Sport&Bewegen/Sportmanagement gedaan. Dus ik denk wel iets in de sport. Maar het is bij mij wel vooral het hart dat ik volg. En ik doe graag dingen die ik echt leuk vind. Op dit moment is het wel echt de hockeysport die mij trekt. Maar daarnaast vind ik het ondernemen ook interessant. Zo verhuur ik mijzelf nu ook voor presentaties, workshops en als gasttrainer. Daarnaast heb ik ook elf jaar in een speciaalzaak voor schaatsen en skeelers gewerkt waar ook een sportorganisatiebureau aan gekoppeld was.’
Laatste vraag: wat wordt het vanavond voor de Silver Cup bij De Graspiepers in Drachten, en wat is er zo speciaal aan bekerhockey?
‘Ik vind het altijd super gaaf om dit soort wedstrijden te spelen. De spanning en sfeer zijn vaak heel bijzonder. We reizen vanavond in stijl dankzij onze sponsor VDL en we nemen een buslading met supporters mee. We zijn ons er trouwens wel van bewust dat we deze wedstrijd niet zomaar even gaan winnen. De Graspiepers spelen weliswaar vierde klasse, maar ze hebben de afgelopen potjes wel gewonnen, onder andere op shoot-outs. We hebben er erg veel zin in en hopen op een leuke sfeer en een waar spektakel.’
Duidelijk en leuk stukje maar ik ben het niet met Alexander eens. Wat heeft een goede jeugdopleiding en kader gebracht de afgelopen jaren in Twente? De enige keukens die interessant zijn om in te kijken zijn die in Nijmegen en Hattem (twee totaal verschillende keukens). Verder is het wel degelijk zo dat er genoeg talent in Twente loopt om minimaal overgangsklasse te hockeyen maar de bereidheid is er niet bij de spelers (en clubs). Ik heb zelf gespeeld bij o.a. DKS (destijds overgangsklasse/hoofdklasse): 4 spelers van Almelo, 5 van EHV, 1 van Avanti, 3 van Bully, 1 van PW, 1 van Tilburg en 2 van DKS zelf. Nu lopen alle talenten en routiniers verspreid rond bij 3e en 2e klassers. Dat is een keuze. Mijn conclusie is dat de potentie er is maar spelers en clubs hebben andere prioriteiten en dat mag uiteraard. Het gaat ook niet om begeleiding en/of het kader maar om de ambitie van de hockeyer/hockeyster zelf.
In Enschede is geen plek voor 2 hockeyclubs. Laten ze daar eens doorpakken met een fusie tussen Pw en EHV. Kijk naar Hengelo/Borne en iets verder weg in Zwolle en Nijmegen waar clubs ook gefuseerd zijn.
Het begint met goede jeugdopleiding maar als je in je jongenslijn slechts 2 elftallen per lijn hebt valt er verdomd weinig te kiezen uiteraard. Bij de meiden is dat probleem er iets minder en daar is meer te kiezen, dat zie je dan ook gelijk terug in de resultaten. Zo lang dat niet op orde is kan ik jongens die de trein naar nota bene Utrecht pakken om daar te hockeyen weinig kwalijk nemen. Met een fusieclub in Enschede zou je daarmee de grote broer kunnen zijn in Twente waardoor spelers vanuit Almelo, Oldenzaal oid mogelijk de overstap zullen maken om op een nivo van pak hem beet ovk te kunnen spelen. Dat lijkt me qua nivo vooralsnog wel even het plafond in Twente/ Enschede
Fusies liggen altijd gevoelig maar deze is voor top- én breedtehockey in Enschede (en in Twente!) noodzakelijk. De talentjes gaan idd vaak 2/3 pw naar het westen om daar een of twee klassen hoger te hockeyen maar zijn daar ook vaak passanten en worden daar uiteindelijk ook niet veel wijzer terwijl ze op de eigen club veel waardevoller kunnen zijn voor rest van eigen lichting. De jongens en meisjes worden door het vertrek van de talenten ook niet beter en blijven vaak met veel niveauverschil onderling structureel op lagere niveaus hockeyen. Kleinere clubs hebben vaak ook niet beschikking over nog betere trainers waardoor het huidige niveau het plafond zal blijven. Ook kijk je vaker meer naar elkaar als je in dezelfde kleine vijver vist i.p.v. naar buiten waar de echte kansen en mogelijkheden liggen. Zwolle is idd een mooi voorbeeld hoe het ook kan. De wal zal het schip wel keren… (Voorwaarde net als bij iedere fusie is uiteraard dat sommige bestuursleden over hun eigen schaduw moeten durven stappen om het groter belang kunnen zien)
Nick ik ben het niet met je eens
Kijk, Bart heeft tenminste een goed en onderbouwd verhaal! Laten we eerst maar eens de jongste jeugd de basistechnieken van het hockeyspel aanleren want daarmee is het droevig gesteld
Beste Peter, puur uit nieuwsgierigheid, zodat ik weet wie je bent: wat is je achternaam? Ik ken meer Peters in het hockeywereldje, vandaar mijn vraag.