Ik heb als teammanager aan vier Dakars mogen deelnemen. Een column is te kort om te beschrijven wat ik in deze vier jaar allemaal heb meegemaakt, maar dat deze rally ‘de zwaarste rally ter wereld’ wordt genoemd is wat mij betreft, op basis van deze jaren althans, een understatement.
Onder de deelnemers aan de Dakar Rally, die dit keer op 7 januari 2019 in Peru van start gaat, bevinden zich drie deelnemers die woonachtig zijn in Twente. Onder hen de 35-jarige Mirjam Pol, die in 2006 haar debuut als motorrijder in de Dakar maakte, het jaar dat ook voor ons team deze rally succesvol verliep. Ik herinner mij Mirjam als een echte doordouwer die door haar doorzettingsvermogen bij een ieder veel respect afdwong. Mirjam behoort tot de echte Dakar-veteranen en mooi dat zij weer aan de start staat.
Gert Huzink komt ook uit Twente en is een type dat zich niet snel gek laat maken en een nachtje doorsleutelen in de woestijn is hij wel gewend. Het type bikkel zeg maar, maar met de portemonnee op orde, want deelnemen aan de Dakar is een dure hobby. Erik Wevers is een bevoorrechte rallyrijder, een semi-professional die dagelijks zijn geprepareerde auto instapt, zijn kunstje doet en de volgende dag weer terug komt om dit kunstje te herhalen en dat liefst tien dagen achter elkaar. De Dakar Rally is ook in Zuid-Amerika nog steeds een heel zware rally en iedereen die de finish haalt, verdient uiteraard veel respect, maar eerlijk is eerlijk, de Dakar is de Dakar niet meer.
Een groot aantal tradities is namelijk overboord gegooid, zoals de traditionele start op 1 januari. Mooi dat de deelnemers de feestdagen thuis kunnen vieren, maar het echte is er af. De commercie heeft zo’n grote rol gekregen, dat de zogenaamde verbindingsetappes inmiddels zo lang zijn geworden, dat met name de assistentieploegen dit nauwelijks kunnen volhouden, vooral als er ’s nachts moet worden doorgesleuteld. Je komt de echte rallytoppers ook niet zo vaak meer tegen in het bivak en zeker niet onder de geïmproviseerde douches of ergens met een schepje in je hand achter een duin. Zij kiezen voor de hotels, maar in de oorspronkelijke Dakars waren er helemaal geen hotels, behalve dan in de finishplaats. De organisatie heeft dit jaar weer een traditie overboord gegooid op weg naar Lima. Vroeger was uitvallen gewoon uitvallen, je nummer werd doorgestreept, je mocht officieel zelfs niet meer overnachten in het bivak, want je was geen deelnemer meer. Dit jaar mag je mee blijven doen. Weliswaar in een klassement voor losers, maar weer wordt een traditie geofferd op het altaar van de commercie.
De Dakar-organisatie kiest voor het geld en niet langer voor de ultieme uitdaging. Daar zal zeker over nagedacht zijn, maar voor mij is de glans er wel wat af. De herinnering om als team een Dakar uit te rijden en te finishen in de hoofdstad van Senegal aan het roze meer, hoort bij een Dakar-rally en gelukkig neemt niemand mij deze bijzondere herinnering af. Ik begin in herhaling te vallen, want het is niet mijn eerste column over Dakar en ook daarom is het goed om te stoppen met deze stukjes. Op 2 maart 2016 mocht ik mijn eerste column voor TwenteSport schrijven en inmiddels staat de teller op 157 stuks. Het is mooi geweest, het ga u goed.
Chris Walraven
jammer
Beste Chris, jammer dat je stopt, ik las je columns altijd met veel plezier. Ik heb je één keer ontmoet, vorig jaar bij de IJzeren Pot in Wierden, en dat vond ik uiterst gezellig en onderhoudend. Het ga je bijzonder en veel succes met alles wat je doet.
Heb je in december gemist bij de jaarlijkse ‘borrel’, jammer. Het ga je goed!