In 2004 was ik voor een interview met Pieter Huistra op Papendal. Hij was toen assistent-trainer van Vitesse. Ik meldde me op het afgesproken tijdstip bij het zwaar verouderde trainingscentrum van de club en vroeg aan enkele spelers die met de auto richting trainingsveld wilden gaan, of Huistra nog binnen was. ‘Nee’, zei zeiden ze, ‘die is al op het trainingsveld.’ De een na de andere pakte de auto en reed weg.
Eén speler echter vroeg aan mij of ik mee wilde rijden. Dat was Theo Janssen. ‘Het is een behoorlijk eind lopen’, zei hij. En dat was ook zo. Met hem als chauffeur waren we er zo. Ik heb die geste van Theo nooit vergeten.
Later kwam hij bij FC Twente en sprak ik hem wat vaker en vooral genoot ik van zijn spel. Die trap, dat inzicht, de techniek, de doelpunten zoals de eerste van de FC in de Champions League tijdens de fantastische thuiswedstrijd tegen Inter en die boogbal tegen PSV na een magistrale rush.
In 2014 reisde ik weer naar Papendal, waar Vitesse intussen een fraai trainingscomplex ter beschikking heeft. Ik interviewde hem daar voor mijn boek De Top50 van FC Twente, waarin ik hem op de negende plaats posteerde. Dat vond hij overigens aan de lage kant. Niettemin was het een prettig gesprek.
En nu is er dan een biografie van het fenomeen Theo. Ik lees af en toe biografieën van voetballers of andere topsporters. De eerste van Kieft, geschreven door Michel van Egmond, vond ik prachtig. En Theo Janssen. Op pad met de dikke prins door Marcel van Roosmalen, is ook een juweel van een boek geworden. Van Roosdalen is als oud-inwoner van Arnhem en volger van Vitesse zeer goed ingevoerd bij de club. Hij kende Theo daardoor al jaren. Marcel vroeg Theo niet om een biografie van hem te mogen schrijven, Theo vroeg het aan Marcel. Hij vond dat er een boek over hem geschreven moest worden. Dat is nogal aanmatigend natuurlijk, maar van Theo kun je het hebben.
Laten we blij zijn met het pedante idee van Theo. Want het is een buitengewoon origineel boek geworden, waarbij de voormalige persvoorlichter van Vitesse Esther Bal als sidekick optreedt. Zo ontstaat er steeds een discussie tussen Theo en Esther en in mindere mate auteur Marcel die vooral aandachtig toehoorder is met het opnameapparaat continu op ON. Daardoor is het een unieke, originele inkijk geworden in het leven en denken van het fenomeen Theo.
Het hoofdstuk over het bezoek aan FC Twente is ook buitengewoon leuk, hoewel Theo over enkele items niet uitgebreid wilde uitweiden. Het auto-ongeluk dat hij had waardoor de toenmalige doelman Kevin Moeliker van FC Lienden zwaargewond raakte, komt op zijn verzoek nauwelijks aan bod net als zijn avonturen in het Hengelose uitgaansleven. Zoals wellicht bekend gingen sommige spelers op zaterdagavond na de wedstrijd graag naar Club Merlijn in Hengelo. Vervolgens bleef hij graag slapen bij een gastvrije jongedame. Zo riep een kennis van een vriend van mij op een zondagmorgen zijn 19-jarige dochter voor het ontbijt, waarna ze naar beneden kwam met in haar kielzog Theo, partner voor enkele uren. Het zal je maar gebeuren.
‘Ik ben in Hengelo bij veel mensen thuis geweest’, zegt Theo in de biografie, ‘maar dat is niet voor in dit boek. Het moet geen Andy-van-der-Meyde-boek worden. Ik ken Hengelo van binnen en van buiten, zou het dan moeten heten’, aldus de begaafde linkspoot in zijn biografie.
Lees het maar eens. Hij is af en toe nukkig en eigenzinnig, meestal niet serieus, maar toch vertelt hij veel verstandige dingen over voetbal, trainers, medespelers en andere mensen uit zijn leven. Curieus, bizar, plezant.
Morgen wordt De Kromme 75 jaar en niemand komt als voetballer en onafhankelijke geest dichter bij dit fenomeen in de buurt dan juist de Dikke Prins.
Zulke figuren mogen nooit uitsterven, maar tegelijk moet je je afvragen…waar zijn ze dan ?
Mooi!
Volgende week donderdag komt ie weer naor oons 🙂
Ik denk zelf ook dat plek 9 ook veel te laag is voor die top 50.
Minimaal een top 3 notering in de eeuwige Twentespelerslijst heeft deze held verdiend!!