Donderdag 21 november 2024
Twentesport

Inzet

Geplaatst op 27 februari 2019 door   ·   Geen reacties

Nu ik een dame tot looptrainer mag vormen, bladerde ik ter voorbereiding nog even door mijn cursusboek. Begin jaren negentig was dat. Holy smoke, wat een tijd geleden.

Er lag een krantenknipsel in, afkomstig van de NRC van 15 april 1999. Een heel katern over hardlopen. Leuk, wat gedateerd met voorbeelden van statisch rekken – nergens goed voor – maar met een uiterst verhelderend interview met Gerard Nijboer. Onze Europese kampioen op de marathon (1980) vond bijvoorbeeld, dat hij niet geschikt was voor hardlopen. De man woog namelijk tijdens zijn hoogtijdagen 72 kilo. Dat mag u dan wellicht een gemiddeld gewicht vinden, voor een lange afstandloper is dat schokkend veel. De meeste van de snelle jongens wegen tegen de 60 kilo. Bekend is, dat ieder pondje dat je extra mee moet sjouwen, je marathontijd met tientallen seconden drukt. Vandaar die graatmagere lopertjes.

Gerard vond zichzelf dus niet geschikt voor hardlopen. Als jongeling liep hij nog wel eens een veldloopje. Hij eindigde steeds achteraan. Pas bij de voetbal, en dankzij een tamelijk fanatieke voetbaltrainer, kreeg de jonge Nijboer de smaak van het hardlopen te pakken. Want voetballen kon hij niet. Nijboer was, en naar ik aanneem is, zo stijf als een plank.
Nu komt het: hij werd fanatiek. Trainde dagelijks zodanig veel kilometers, dat het afleggen van die afstanden per auto ons reeds zwaar te moede zou worden. Terwijl hij vanwege zijn zware benen beter geschikt was voor wielrennen – aldus Gerard Nijboer. Maar hij liep en liep en bleef blessurevrij. Gerard liep onvoorstelbaar veel, onder meer omdat hij vond dat als hij niet trainde, de concurrentie dat wel deed. Dat maakt een atleet tamelijk rusteloos, zo kan ik mij voorstellen.

Hoe het ook zij, de te zware en niet echt voor het hardlopen geschikte Nijboer werd een hele grote. Dankzij zijn fanatisme. En toch sympathiek blijven, dat is een zeldzame combinatie. Dan denk je onwillekeurig: stel dat ik zo toegewijd was geweest. Met mijn lichte tred en graatmagere postuur. Trainen en nog eens trainen. Alle dagen, steeds meer kilometers, steeds sneller. Maar ik kan geen one trick pony zijn. Een asceet ben ik evenmin. Het leven is te leuk: lezen, schrijven, vissen, uitgaan. En training geven. Daarbij ben ik geen langeafstandloper. Ik denk eenvoudig te veel. Overigens, wie mij kent weet, dat het geen diepere gedachten zijn. Aanbiedingen van Appie, de laatste grote vis die ik ving, wat zag de eega er laatst leuk uit, wat voor stukje zal ik nou eens schrijven.

Dat alles is funest. Men moet zich weten te focussen. Alleen dan kom je ver.

Maar inmiddels is er wat veranderd. Ik train al langere tijd en dagelijks voor dat ene doel. In mei vindt namelijk in Gouda de NK voor masters plaats. Ik sta ingeschreven voor hoog en speer in de categorie oudere mannen. Kortom: ik ga een Nijboertje doen.

Erik Endlich

Delen is sportief

Reacties (0)




Archief