ENSCHEDE – De 68-jarige Bert de Haan is een veelzijdig man. Als schrijver, dichter en kunstenaar is hij bij een breed publiek graag gezien. Daarnaast gaat hij als Parkinson-patiënt blijmoedig door het leven. En als import-Tukker is hij een trouw supporter van FC Twente, dat nu al tien wedstrijden op rij gewonnen heeft en vanavond voor de elfde poging in Kerkrade tegen Roda JC speelt.
Eerste vraag, natuurlijk: hoe gaat het met je?
‘Goed, meer op dan af, ik zit nu in de goede golf en maak me minder zorgen. Ik moet wel zoeken naar sluipweggetjes, want er blijken heel veel brommers te rijden. Eigenlijk zou je overal rustig moeten kunnen rijden, want zo veel mogelijk fietsen, dat houdt je goed.’
Wat was je allereerste voetbalervaring?
‘Dat was op de lagere school, ik was op het idee gekomen om een gekostumeerde wedstrijd te organiseren. Het werd geen succes, ik was de enige die verkleed kwam opdagen, als heks.’
Hoe lang volg je FC Twente al?
‘Sinds 1972, toen ik van de School voor de Journalistiek in Utrecht naar Enschede kwam. Ik ben geboren in Beerzerveld bij Ommen, op de grens van Twente en Salland, en ik had natuurlijk wel van de club gehoord, dat de fusie geen makkelijke geboorte was, met heel veel gesodemieter tussen de twee clubs. De eerste wedstrijd die ik gezien heb was toen Ed Wallinga nog sportwethouder was, die heeft me uitgenodigd. Ik weet nog dat ik in de invalidenloge zat, de tribune was me veel te hoog, tussen allerlei oude vedetten van de club, met een kopje soep erbij. Er was een keer een nieuw vluchtplan, ik ben daarbij op proef geëvacueerd door goed-bedoelende vrijwilligers met zo’n slangenwagen die je door de lucht heen en weer slingerde, doodeng.’
Wat is je mooiste herinnering aan de club?
‘Het klinkt raar, maar dat was bij de tweede ceremonie na dat ongeluk met het dak in het stadion. Er was een naam vergeten op de plaquette en men wou toch nog een keer samen wat doen. We hielden twee minuten stilte en daar leek geen eind aan te komen, totdat Jan van Halst zei: hier moeten we het mee doen, het is niet anders. Dat was een heel gevoelig moment, dat ik nooit zal vergeten, net als het feit dat ik die middag nog met de zoontjes van die twee jongens in m’n bakfiets heb rondgereden.’
Het Diekman was zo slecht nog niet: mee eens? En waarom?
‘Ja, ik ben weliswaar niet van Het Diekman möt bliev’n, maar het paste wel bij de club, met een luxe tribune en een sportieve tribune. Die sintelbaan vond ik juist mooi. Ik heb ooit nog een keer een halve marathon gelopen, we vertrokken bij de Makro, liepen door hartje stad Hengelo en de finish in Het Diekman was hartstikke mooi.’
Zelfde vraag, maar dan over Joop Munsterman?
‘Een afgewogen oordeel over hem heb ik niet, maar het is wel duidelijk dat hij in zijn gloriejaren een goede voorzitter was, die dingen kon doordrukken. Een ondernemer met lef, maar toen de bomen steeds hoger gingen groeien moest en zou hij mee in de vaart der volkeren en dat is met hem op de loop gegaan. Verder heb ik nog een persoonlijke herinnering aan hem. Toen Steve McLaren terug kwam en door Joop ontvangen werd was ik er bij, met een glaasje champagne. Ik neuriede toen iets dat ik ter plekke verzonnen had, iets met Steve is back in town, the return of the pink partner. McLaren werd steeds chagrijniger omdat dat in Engeland als een struikelaar gezien werd en hij daarmee altijd vergeleken was.’
Als we kampioen worden, wil jij dan een nieuw lied schrijven? En hoe zou dat dan gaan heten?
‘Eenmaal zullen wij, dat kan niet meer. Ik zou het graag doen en een titel heb ik al: Ha’j nie dacht hè? Met mijn beperkte voetbalkennis zal het niet al te inhoudelijk worden, maar meer over de schoonheid van de jeugd in Twente. Het wordt een soort aftelrijmpje zoals we dat vroeger op het schoolplein hadden, over de jongens en de meisjes en het vertrouwen in de toekomst.’
Fred Rutten is de man om van FC Twente weer een stabiele Eredivisieclub te maken?
‘Laat ik maar ja zeggen, hij heeft per slot van rekening met Twente de beker gewonnen een jaar na de vuurwerkramp. De spelers hebben zich toen geweldig gedragen, niet te groot, maar mooi klein, en die wedstrijd tegen Feyenoord had natuurlijk nooit gespeeld mogen worden. Toen ze de beker hadden gewonnen, ben ik de stad ingegaan en met mijn fiets tegen een paaltje aangereden. Mijn tante in Ommen werd toen gebeld door haar nicht in Canada die het op het internet had gelezen. Daar wisten ze het bijna eerder dan in Enschede.’
Dat stiftje tegen PSV van Theo Janssen: FC Twente’s mooiste ooit? En heb je zijn boek al gelezen?
‘Mijn echtgenote Quinta is een grote fan van die man. Hij zegt dat hij van zijn boek geen letter gelezen heeft, dat is een goede stunt, daar scoor je mee. Die goal was waanzinnig, hij kreeg net op tijd het juiste zetje. Zijn boek ga ik zeker lezen, dat deel van het voetbal interesseert me in hoge mate.’
Johan Derksen of Kees Jansma?
‘Derksen heeft volgens mij nog het meeste weg van een spion uit de tijd van John le Carré, een geheimzinnige figuur die veel doet alsof en zijn eigen wereld maakt. Jansma vind ik veel te bewerend en gauw zeurderig. Dan denk ik: ga iets anders doen.’
Laatste vraag: wat wordt het vanavond?
‘Ik denk 2-3. Of daar ook een al dan niet terechte penalty bij zit? Vraag dat maar aan Bas Nijhuis, die heeft daar veel meer verstand van.’
FOTO: Marinus Blaak