Het is onbegrijpelijk dat Kirsten Wild nog nooit Sportvrouw van Nederland is geweest. Dick Soepenberg, wielervolger bij uitstek, snapt het ook niet. Hij vermoedt dat vrouwelijke atleten ((Dafne Schippers) en zwemmers (Nanomi Kromowidjojo) meer tot de verbeelding spreken, ook al komt hun prijzenkast qua omvang niet in de buurt van die van Kirsten Wild.
Om van schaatsers nog maar te zwijgen. Afgelopen jaar werden shorttrackschaatser Suzanne Schulting en schaatser Kjeld Nuis sportvrouw en sportman. Schaatsen is naast voetbal de nationale sport. Bij het schaatsen doen sporters uit een handvol landen mee. Vergelijk dat eens met wielrennen, een sport die wereldwijd wordt beoefend.
Komt bij dat dat Kirsten Wild geen fotomodel is, geen papier maché-poppetje, maar gewoon een stoer wijf, een op en top sportvrouw, die waanzinnig hard kan fietsen, op de weg en op de baan, groot geworden bij de wielerclub De Zwaluwen, nu al jaren absolute wereldtop en verzamelaar van alle edelmetalen. Het is kijkend naar de erelijst een schande dat de geboren Almelose en in Zwolle woonachtige Wild nooit Sportvrouw van Nederland was.
Overigens maken sportvolgers, zoals ik, ons daar vermoedelijk drukker over dan Wild zelf. Zij kijkt al vooruit naar 2020, want dan moet de kroon op haar wielercarrière worden gezet moet gezet in Izu, op een kleine 120 kilometer van Tokio, vlak bij de legendarische Mount Fuji. Op die wielerbaan wil The Wildthing uit Almelo de Olympiade afsluiten met een klinkende prestatie.
Los daarvan zou een oeuvreprijs op zijn plaats zijn, want zes wereldtitels, zilver op het WK op de weg in Qatar, brons op het WK ploegentijdrit, 27 nationale titels op de baan, vijf Europese titels, zes wereldtitels en meer dan honderd overwinningen in wegkoersen, dan is het ontbreken van de titel Sportvrouw van Nederland toch een… scheve schaats.
Scipio