OLDENZAAL – Het zijn barre tijden voor Quick ‘20. Er hangen donkere wolken boven het voetbalbolwerk aan de Primulastraat in Odenzaal, waar toppers als Theo en Boudewijn Pahlplatz, Justin Hoogma, Jan Vennegoor of Hesselink en Jill Roord het gras betoverden. Anno 2019 bivakkeert de hoofdmacht van de club in de kelder van de derde divisie, met de sleutel van de nooduitgang voorlopig buiten handbereik. Er moet morgenmiddag thuis worden gewonnen, van ADO’20.
Hoe heeft het zover kunnen komen? Liggen er mogelijkheden om het tij nog te keren? Of moeten we ons voorbereiden op een afdaling naar het vijfde niveau van Nederland? En waarom moest het hoofd van trainer Michel Steggink op het hakblok? Allemaal vragen voor Tim Engbers, die behoudens twee jaar bij SVZW gedurende zijn gehele carrière op Sportpark Vondersweijde actief was. Hij traint nu her eerste zaterdagteam van de Oldenzaalse vereniging en heeft de ambitie ooit het zondag-keurkorps onder zijn hoede te krijgen.
Nou, zeg het maar: hoe heeft het allemaal zover kunnen komen?
‘Het is vorig jaar ook erg lastig gebleken om op dit niveau erin te blijven. Je hebt vaak te maken met clubs die simpelweg meer middelen hebben om te investeren in hun eerste elftal. Je speelt erg veel wedstrijden en als je eenmaal onderin bivakkeert gaat het erg lastig worden. Het is vorig jaar erg knap geweest dat ze zich via de nacompetitie alsnog hebben weten te handhaven. Dan raak je weer een aantal belangrijke spelers kwijt aan omliggende verenigingen en dat is lastig op te vangen. Ook dat is de laatste jaren veel gebeurd en dat houd je ook niet tegen.’
Je hebt er zelf gespeeld: hoe ver reiken de arm en dus de macht van de vijfde colonne?
“Quick’20 heeft een bestuur en een technische commissie die de beslissingen nemen. Er zijn bij clubs altijd supporters die een mening over voetbal hebben en dat is volgens mij ook prima, maar dat zal niet meewegen in de beslissing om een trainer te ontslaan. De mening van een groep die ermee werkt is wel medebepalend.’
Wat had er moeten gebeuren om degradatie te voorkomen? En wat kan er nog gebeuren?
‘Het kan nog steeds. Je staat één punt achter op de ploeg die nacompetitie moet spelen. Ik denk dat je je daarop moet richten. Dat betekent voor de komende weken dat er resultaat gehaald moet worden. Ze hebben nog een aantal thuiswedstrijden tegen ploegen waarvan ze punten kunnen pakken. Je hebt nog een kans en daar moet je je aan vast houden. Keihard werken en trainen om met de gehele selectie elkaar scherp te houden, dat zorgt voor een eenheid en daar moeten ze het van hebben.’
Was het ontslag van Michel Steggink terecht of had hij nog een kans moeten krijgen?
‘Ik vind dat wel lastig zeggen. Ik zat als trainer van Zaterdag 1 regelmatig met Michel in de kleedkamer en heb veel met hem over voetbal gesproken. Je hebt wel te maken met mensen en dit is altijd vervelend. Aan de andere kant is het ook zo dat je als trainer weet dat dit kan gebeuren. Als de resultaten minder zijn dan kan het zo zijn dat je ontslagen wordt. Dat is natuurlijk niet leuk, maar het is wel de voetbalwereld. Ik denk dat het voor de club ook een lastige situatie is, maar je moet nu wel wat. Er zijn nog negen wedstrijden te spelen, plus een eventuele nacompetitie, en dan kun je hiervoor kiezen. Het geeft natuurlijk geen garantie dat het vanaf nu gaat lukken, maar je hebt dan wel een keus gemaakt die moedig is.’
Je traint nu de zaterdagamateurs van Quick, zie je er jezelf ooit nog eens ‘s zondags op de bank zitten?
‘Ik ben wel ambitieus om me in mijn trainerscarrière door te ontwikkelen. Daarvoor zal ik eerst nog UEFA-A moeten halen en daar wil ik in de toekomst wel mee gaan starten. Voor mij ligt de lat op het hoogst haalbare en het zou wel heel mooi zijn om ooit trainer te zijn van Quick ’20 1.’
Heb je zelf wedstrijden gezien en kun je dus zeggen waar het volgens jou mis gaat c.q. ging?
‘Ik heb een paar wedstrijden gezien en daarnaast veel samenvattingen. Je ziet wel dat er redelijk gescoord wordt. Als je het aantal gescoorde goals ziet van ploegen uit het rechter rijtje dan is dat met 39 prima. Ze krijgen alleen wel wat teveel tegendoelpunten, 67. Dat zal beperkt moeten worden in de laatste duels. Als je dan zo’n wedstrijd tegen Volendam ziet, waarin ze drie minuten voor tijd nog met 4-2 voor staan en het wordt 4-4, dan zijn dat wel erg dure punten. Dat is vaker gebeurt afgelopen seizoen en dan is het verschil tussen gelijk spelen en winst enorm groot. Ze kunnen tegen veel ploegen in deze klasse goed spelen en dat geeft vertrouwen voor de komende negen potjes.’
Is het eigenlijk helemaal niet zo erg om een jaartje lager te spelen, zie FC Twente, en daarna des te sterker terug te komen?
‘Je wilt natuurlijk als speler en club het hoogst haalbare niveau. Je moet ook realistisch zijn qua begroting in vergelijking met andere clubs. Wat ik eerder al aangaf is het topniveau en daar gaat het beslist worden op details. Je moet wel zorgen dat als je degradeert er een stabiele ploeg staat die volgend jaar goed voor de dag kan komen. Maar vooralsnog is het veel te vroeg om daar nu al over na te denken.’
Wat zijn de verschillen tussen SVZW en Quick ‘20, behalve dat er bij de ene club wel en bij de andere club niet betaald wordt?
‘Ik heb bij SVZW met veel plezier gespeeld, samen met mijn maatje Jordi Kamphuis, maar bij Quick’20 waren we veel meer een team. De band met de spelers was hechter en na de donderdagtraining en de wedstrijd was het vaste prik om bij elkaar te zitten en wat te drinken. Dat moet je niet verplichten, maar je moet er als speler wel bij willen zijn. Ik heb dat bij SVZW minder gezien. Vooral ook omdat er veel spelers buiten Wierden kwamen. Toch zijn we vaak gebleven na wedstrijden om daar wat te drinken en ook de mensen binnen de club te leren kennen. Het is gewoon een mooie club, ik vind het jammer dat ze onderaan staan en ik wens ze dan ook veel succes voor de rest van dit seizoen. Quick’20 is natuurlijk de club waar ik alle jeugdteams doorlopen heb, ik ken enorm veel mensen binnen en rondom de club en ik heb hier altijd op het hoogste amateurniveau gespeeld. Dat zoiets gepaard gaat met veel plezier is voor mij altijd superbelangrijk geweest.’
Wie van bovengenoemde Quick-coryfeeën heb je zelf nog zien spelen?
‘Ik heb samen gespeeld met Boudewijn toen hij nog twee jaar bij ons aansloot om zijn carrière af te sluiten. Hoe hij kleine tips gaf om beter te worden als voetballer is mooi voor me geweest. Hij probeerde je beter te maken door situaties aan te geven waarbij je het beter anders kon doen. Jill haar vader René was natuurlijk erg lang assistent bij ons en Jill was daar altijd bij. Altijd met een bal aan de voet. Ik heb wel eens na de wedstrijd van het eerste even met haar gevoetbald, maar hoe ouder ze werd des te moeilijker het voor mij werd om haar bij te houden. Erg mooi hoe ze haar carrière gepland heeft en hoe ze het nu doet. Justin heb ik nog een keer samen mee getraind, op veld 6, toen het een klein kereltje was en je zag toen al dat hij enorm leergierig was. Wat me toen ook opviel was zijn traptechniek. Zowel met links als met rechts trapte hij net zo makkelijk. Ik volg hem natuurlijk wel en hoop dat hij zich zo blijft ontwikkelen dat hij volgend seizoen om een basisplek bij Hoffenheim kan gaan strijden.’
Laatste vraag: wat wordt het zondag tegen ADO ‘20?
‘Met deze hectische week achter ons en het schokeffect denk ik 2-1.’
