Het zou onbegrijpelijk zijn als FC Twente zich over een paar weken, na afloop van deze competitie, ongeacht de afloop, ontdoet van trainer-coach Mario Pusic. In de wandelgangen zoemt dat rond. Waarom zou dat onbegrijpelijk zijn? Minimaal om drie redenen.
Reden 1: Pusic zal met een heel matige selectie van FC Twente vermoedelijk kampioen worden van de eerste divisie en daarmee FC Twente binnen het jaar terugbrengen naar de eredivisie, maar los daarvan is er gezien de kwaliteiten in de ploeg prima naar vermogen gepresteerd.
Reden 2: Pusic verdient mogen we aannemen een redelijk salaris, maar niet de hoofdprijs, zeker niet in vergelijking met zijn voorgangers en FC Twente kan zich ook bij promotie geen gekke financiële sprongen veroorloven. Als er Noabers-geld is, moet het in de selectie.
Reden 3: De burgers van FC Twente betalen een hoge prijs voor het voortbestaan van de club want die kwijtgescholden vijf miljoen schuld en die negen miljoen achtergesteld gemaakte leningen moet de inwoners links- of rechtsom betalen, in een stad met veel andere noden.
Het aan de kant schuiven van Pusic, zoals de wandelgangen willen, zou kortom onheus zijn jegens de trainer die het gelukt is FC Twente kampioen te maken. Het zou onrecht zijn hem bij wijze van dank weg te schoppen en bovendien zou dat vet geld kosten.
De grootste criticaster van Pusic is verslaggever Leon ten Voorde van de regionale krant die wekelijks schaduwopstellingen uitvent, babbelmeningen ventileert en zich bankzitter noemt. Mooi laten zitten, als ballenoppomper, het liefst bij bij een vierdeklasser in Haaksbergen.
Natuurlijk moeten sportjournalisten behalve verslagen maken ook commentaren leveren, adviezen geven, kanttekeningen plaatsen, maar meebesturen, liever niet. FC Twente is Bon Boys niet. René Hake en Getjan Verbeek zijn bij FC Twente weggeschreven, laat dat met Mario Pusic niet gebeuren. Pusic trok dit weekend ten aanval tegen de sportpers, in het algemeen, hij had gewoon een naam mogen noemen, maar verder prima, want de aanval is ook hier de beste verdediging.
Scipio