Arnhem, Alkmaar, Amsterdam en, vooral niet te vergeten: Almelo, we zijn er weer. Jan Joost van Gangelen was zo aardig, en je kon zien dat hij het echt meende, om alle Tukkers welkom terug te heten. De sfeeractie in de Beugel Bunker, met het grootste spandoek ooit vertoond in Nederland, was er een om kippenvel van te krijgen en dat was toch, met alle respect, wel even wat anders dan die kippenstress op het kunstgras van Erve Asito, dat bij ons thuis overigens Paupers’ Palace is gaan heten (zie ook: Calimero Crypte).
Nee, we speelden niet constant, maar je zag wel de hand van de trainer, die fris en aanvallend voetbal propageert, al snapte ik weinig van de tactiek om de opbouw te beginnen bij de doelman. Joel Drommel is een prima lijnkeeper, maar zijn traptechniek is net zo beroerd als die van Sander Boschker. En ik vraag me af wat die scheidsrechter met evenveel Umlauts in zijn naam als Brylcreem in zijn haar toch tegen FC Twente heeft. Maar verder?
We zijn weer terug, net als dat prachtige scorebord uit het Diekman, dat aan het Colosseum een prominente plek moet krijgen. En ik ben ook weer terug, nadat ik jaren geleden mijn plaats moest afstaan aan de TOS. Zondagochtend heb ik me getrakteerd op een seizoenkaart: stoel 1 op rij 1 in vak 121 was nog vrij en is nu voor mij. Zondag 18 augustus, half drie, RKC: ik kan me er nu al op verheugen.
Peter Bonder
Nog even nederig zijn Peter, je begint al weer hoog van de toren te blazen kerel. Dat hoog van de toren blazen heeft je clubje op de rand van de afgrond gebracht en met hulp van de lokale overheid, die vervolgens op haar beurt op sociale hulp moet bezuinigen omdat die 5 miljoen van de club is afgeboekt, bestaan jullie nog. Nog even dimmen en onze lieve heer bedanken dat er nog gulle gevers zijn.