HENGELO – Gerard ter Hedde (Neede, 1961) is voorzitter van HVV Tubantia, een grote voetbalclub, de oudste én hoogst spelende in Hengelo: eerste klasse zondag. Het keurkorps staat er met drie punten uit zeven wedstrijden niet al te best voor, maar de hoop is gevestigd op herstel van de vele blessures en succes na de winterstop, maar Ter Hedde verwacht zondag in en tegen Heino de ommekeer.
Het complex op De Bijenkorf aan de Verlengde Polluxweg is na acht jaar bouwen en bijbouwen klaar voor de toekomst, maar in hoeverre daarin plaats blijft voor de zondag valt nog maar te bezien.
Heb je zelf gevoetbald en zo ja, op welk niveau?
‘Tot en met de A-leeftijd heb ik bij SC Neede gespeeld, daarna heb ik in senioren alleen nog aan zaalvoetbal gedaan, tot midden m’n dertigste en op hoog niveau. Ik heb de Gelderse en Twentse selectie gehaald en nog samen gespeeld met André van der Leij, een zeer begaafde voetballer en ex-prof.’
Hoeveel uur besteed je per week aan de club en wat doe je daarnaast?
‘Ik ben in januari van dit jaar voor mezelf begonnen met Co-Work Interieurprojecten, dat is een éénmansbedrijf en waar nodig werk ik samen met externe partijen. Tubantia kost me zo’n tien tot vijftien uur per week, inclusief de wedstrijddag, thuis als gastheer, uit als supporter. Het levert me energie op, ik vind het leuk werk om een gemeenschappelijk doel te bereiken, samenwerking zit in mijn genen.’
Er is de laatste tijd veel gebeurd op en om jullie complex, is het nu compleet of zijn er nog wensen?
‘We zijn nu bezig met de aanleg van het laatste veld, dat is natuurgras en we hopen dat volgend jaar te kunnen bespelen. Daarmee is de transitie van de oude accommodatie naar het nieuwe complex na acht jaar wel voltooid. We hebben ons oude hoofdveld ingeleverd voor woningbouw en daarvoor van de gemeente een kunstgrasveld teruggekregen, dat was een goede deal. Met twee kunstgras- en twee natuurgrasvelden moeten we het kunnen redden.’
Voetbal op kunstgras: noodzaak of zegen?
‘Een combinatie van. Geen misverstand: elke voetballer speelt natuurlijk het liefst op een mooi kort gemaaid grasveld, met dauw, kalk en sprieten, er gaat niks boven dat, maar qua onderhoud is kunstgras een zegen en je kunt er altijd op spelen.’
Het eerste team degradeerde vorig jaar bijna en staat nu stijf onderaan, hoe kan dat?
‘We zijn het seizoen met veel pech en eeen golf aan blessures begonnen, maar we blijven hoopvol gestemd, vorig seizoen hadden we in deze fase drie punten meer en toen is het na de winterstop ook goed gekomen.’
Steeds meer voetballers willen op de zaterdag spelen, hoe verklaar je dat?
‘Als gevolg van allerlei maatschappelijke ontwikkelingen wordt een wedstrijd op zondagmorgen om half tien steeds minder populair en daar gaan we in mee, in de vierde klasse F. Het kan niet zo zijn dat we spelers vanaf hun zesde opleiden en dat ze dan op hun achttiende weggaan naar een zaterdagclub. Die jongens willen we graag behouden voor de club en als dat op zaterdag moet, dan doen we dat. Ik zie het zondagvoetbal langzaam verdwijnen, maar we blijven er zo lang mogelijk mee doorgaan. Het is allemaal lastig te voorspellen en het ligt er ook aan wat de KNVB doet met spelers die ‘s zaterdags en ‘s zondags willen spelen.’
Jan ter Beek werd vorige week gehuldigd vanwege zijn 80-jarig lidmaatschap, wat heeft hij voor de club gedaan?
‘Dat vind ik altijd het leukste onderdeel van de algemene ledenvergadering, mensen die dat verdiend hebben in het zonnetje te zetten. Jan is al in de negentig, maar nog heel kwiek en hij heeft zijn sporen bij Tubantia wel verdiend. In een ver verleden heeft hij veel jeugdteams getraind en hij is al heel lang Erelid. Bij dit jubileum kreeg hij twee pagina’s in de krant, prachtig toch?’
Twee andere jubilarissen zijn Lotte Meijvis en Renske Spijkers, wat zijn hun verdiensten?
‘Ze zijn allebei 25 jaar lid. Lotte is tweede secretaris in het bestuur geweest en doet nu de ledenadministratie, Renske is gewoon altijd van de partij.’
Laatste vraag: wat wordt het zondag bij Heino?
‘Dat wordt 1-2, gewoon omdat het ze toe komt en het kwartje moet toch een keer de goede kant op rollen?’