OLDENZAAL – Frank Geers is de nieuwe trainer van het eerste vrouwenteam van de hockeyclub Bully in Oldenzaal. Hij is de zoon van de faamrijke trainer André Geers die het eerste mannenteam van hockeyclub EHV in Enschede begin jaren negentig in vier jaar van de tweede klasse naar de hoofdklasse bracht. In zijn debuutseizoen was het elftal dermate productief, dat de standenmotor van de bond op 00 sprong toen het honderdste doelpunt was gescoord.
In 1994 en 1996 telde EHV mee op het hoogste landelijke niveau. Bijna vijfentwintig jaar later meldt zijn zoon Frank zich in het Twentse hockeylandschap, voor de tweede keer, want hij stond ook al eens onder contract bij bij PW in Enschede. Een gesprek met Geers junior.
Welkom terug in Twente. Hoe lang is het geleden dat je in Enschede trainer bij PW was en welk team deed je daar?
‘Ik heb van augustus 2006 tot juli 2009 bij PW gewerkt als trainer/coach van Heren 1 en technisch coördinator.’
Bij welke clubs ben je daarna actief geweest?
‘Bij Deventer en Hattem met Heren 1 en bij Union en Zwolle met Dames 1.’
Je bent in 2017 begonnen aan de tweejarige elitecursus High Performance Coach van de internationale hockeybond; hoe staat het daarmee en wat heb je daarvan opgestoken?
‘Na het afronden van de TCP (Top Coaches Program) van de EHF en level 3 van de FIH mocht ik doorstromen naar de High Performance Course. In principe staat hier een traject voor van zo’n twee jaar. Ik heb level 4 gehaald tijdens een cursus in Maleisië en ik wacht nu tot de Final Course begint.’
Je bent ook hockeymanager van het Centre for Sports and Education, een middelbare school voor topsporters in Zwolle; kun je daar een korte omschrijving van geven en wat neem je daarvan mee naar je werk bij Bully?
‘Het CSE is uniek in Nederland. Je moet er voor geselecteerd worden door je sport. Op dit moment hebben we zestien sporten bij ons op school. Elke leerling heeft een droom om topsporter te worden. Als hockeyer op het CSE train je drie ochtenden in de week. Wat ik hiervan meeneem naar Bully is het feit dat ambitie en school of studie samen moet gaan met intrinsieke motivatie. Randvoorwaarden moet je als trainer/coach en club regelen en organiseren, maar het talent moet keuzes maken én de absolute drive hebben om ergens voor te gaan.’
Over drive gesproken: je hebt eens gezegd dat je ooit bondscoach van Nederland wilt worden; is dat nog steeds die stip op jouw horizon?
‘Ik vind dat je ambities moet hebben in het leven, ook als deze misschien verre van realistisch zijn. Een stip op de verre horizon, heel misschien wel. Ín de praktijk wil ik mijzelf elke dag verbeteren en werken met een groep mensen die, ongeacht het niveau, plezier hebben in wat ze doen en het maximale eruit willen halen.’
Je bent al bondscoach van de Slowaakse dames; hoe zijn ze bij jou gekomen en hoe gaat het daarmee?
‘Ik was in Maleisië de enige deelnemer die geen bondscoach was. Vanuit de FIH werd toen aangegeven dat ik ervaring op moest gaan doen bij een land. De EHF heeft hierbij toen goed geholpen en Slowakije was op dat moment op zoek naar een bondscoach. De sport is in ontwikkeling, alleen is het in dat land een heel kleine sport. Er zijn weinig hockeyers, weinig velden en doordat het zo klein is zijn er ook zeer beperkte financiële mogelijkheden. Ik heb hier wel ervaren hoe goed wij het in Nederland voor elkaar hebben op het gebied van infrastructuur, kader, materialen en dergelijke. Qua prestaties doen we het goed met een zilveren medaille op het indoor U-21 in de B-poule en met een vijfde plek met de senioren op het afgelopen EK outdoor voor C-landen.’
Wat wordt de rol van Irene van der Lied naast jou; door de week en op wedstrijddagen?
‘Het leuke is dat Irene als speelster in de Hoofdklasse bij Hilversum nog gecoacht is door mijn vader. Ze zal als assistent trainer /coach bij de twee trainingen en bij de wedstrijd aanwezig zijn. We gaan als begeleiding zorgen dat we elkaars sterke punten gaan benutten.’
Wat verwacht je komend seizoen met Bully te bereiken en wanneer denk je dat er in competitieverband weer gehockeyd kan worden?
‘Ik ga me nu nog niet vastpinnen op een plek op de ranglijst, maar er is de laatste jaren een goed fundament neergezet en mijn taak en ambitie is om dat uit te bouwen. Ik hoop dat we in september weer competitief kunnen spelen, maar dat zou betekenen dat we in augustus wel oefenwedstrijden moeten spelen. Op dit moment is het nog niet duidelijk of en wanneer dit weer mag, dus dat moeten we afwachten.’