In deze tijden komt de ware aard van de mensheid in al zijn duisternis naar boven. De kakheks van Amsterdam lapt alle regels aan haar linkse laarsjes. KLM-topman Ben Smith verdient al ruim negen ton per jaar, maar krijgt er nog eens een bonus van acht ton bij. Waar zijn collega Peter Elbers tenminste nog het benul had om de buidel aan zich voorbij te laten gaan, incasseerde de Canadees zonder blikken of blozen deze extra beloning, terwijl zijn bedrijf staatssteun had aangevraagd (én gekregen). Hij staat daarmee qua fatsoen en beschaving op gelijke hoogte met de uitbuitmaffia van de voedselpenose, die kansloze werknemers als plofkippen wegstopt in tochtige bouwvallen en roestige stacaravans, waarna ze eerst elkaar en vervolgens hun collega’s besmetten met het coronavirus en een deftige slachthuismanager met droge ogen plechtig komt verklaren dat het qua huisvestiging nu echt, ja, echt, in orde is, met andere woorden: we hebben ze al die tijd inderdaad precies zo schofterig behandeld als de varkens die we verwerken.
In dat opzicht zou je denken dat mensen tevreden zijn met wat ze hebben nu het allemaal wat minder gaat. Niets is minder waar. Ik noem een Rick Karsdorp, een middelmatige verdediger bij Feyenoord die de voorzienigheid op zijn blote knieën mag danken dat hij het met zijn beperkte talenten heeft geschopt tot profvoetballer en drievoudig international. Dit seizoen werd hij verhuurd door AS Roma, waar hij door blessures niet uit de verf kwam. Hij kwam terug naar De Kuip om het plezier weer terug te vinden na zijn verpeste jaren in Italië. Dat is zeker gelukt, zei de rechtsback tegen de NOS, maar om dit nou nog een jaar te doen? Nee, want: ‘Dat is zo’n groot verschil, ik heb natuurlijk veel ingeleverd om hier te terug te komen’. Ach gut, meneer heeft geld ingeleverd. Er zijn mensen die hun baan, hun huis en hun pensioen zijn kwijtgeraakt, maar deze Kabouter Piggelmee met de zwemdiploma’s A, B én C op zijn CV doet huilie huilie over een zak vol zilverlingen. Hij zou eens een weekje in een slachterij moeten werken.
Peter Bonder