Met een grote vertoning van macht won Bayern München de finale in de Champions League van een piepend en krakend en ook verder totaal onmachtig Paris Saint-Germain. De werkers versloegen de watjes. Natuurlijk heeft PSG spelers die wel een balletje kunnen trappen, maar bij elk balcontact van de Fransen hoor je als je goed luistert ook een kassa, uitgezonderd de Franse voetballer Kingsley Coman, aan wie behalve zijn nationaliteit niks Frans is. Hij speelt dan ook voor Bayern München en het lot bepaalde dat deze Fransoos (uit de PSG-opleiding!) de enige en dus winnende treffer – met de kop nota beide bene – op zijn naam schreef. Dan sta je als Paris Saint-Germain toch met je mooi voor Jean Pille, met je Neymar en je Mbappé.
In alle linies, van de keeper tot de spits, waren de Duitsers zondagavond in Lissabon oppermachtig. Dat was voor mij trouwens geen verrassing, waar ik wel even bij moet zeggen dat ik een liefhebber ben van twee soorten voetbal: het Duitse en het Engelse. Met de Franse competitie heb ik niks. Ik ben dus wellicht een beetje bevooroordeeld. Robert Lewandowski staat voor mij ver boven Kylian Mbappé. Bismarck boven Bonaparte. En je hebt niet heel veel voetbalkennis nodig om de kracht en de macht van Thiago Alcántara do Nascimento te zien. Hij was ook in Lissabon de baas op het veld.
Ongetwijfeld ben ik bevooroordeeld en dat is denkelijk al ontstaan toen ik in de late jaren zestig en vroege jaren zeventig met mijn vader elke zaterdag naar de Sportschau keek met de samenvattingen van de die middag in de Bundesliga gespeelde wedstrijden. We gingen in 1974 en ik was 15 op vakantie naar Loffenau in Duitsland en zagen in het logement waar we verbleven op een klein televisietoestel de WK-finale. Mijn vader was na de verloren finale finaal van slag en had langdurig last van een houtenbeencomplex. Ik vond de uitslag vervelend, maar niet onverdiend. Eigenwijze puberzoon! En ik was, ook vanwege die puberoprispingen, in de greep van een meisje dat Conny Luft heette. Dat was die zomer in Loffenau veel belangrijker.
Een jaar later kreeg mijn vader van een bedrijf waarvoor hij werkte (Nijhuis Roggebrood) kaarten voor een wedstrijd in Mönchengladbach, waar de Borrussia-club van die naam de eerste halve finale-wedstrijd om de UEFA-Cup speelde… tegen FC Twente. We zaten kort op het veld en ik heb genoten van met name Günther Netzer en Berti Vogts. De deskundigen, vooral in Enschede, dachten na de 0-0 dat Epi Drost cum suis het in Enschede wel even konden afmaken, met als gevolg dat ze werden ingemaakt. Onderschat ze nooit, Duitsers, vooral niet als ze voetballen.
Voor de zesde keer won Bayern München dit weekend de Champions League en mij verbaasde dat hoegenaamd niet.
Han Pape
Inderdaad Duitsers moet je nooit onderschatten. Je hebt pas van ze gewonnen als ze de stad uit zijn, en dan nog…!
Ja, die wedstrijd in Enschede tegen de Borussen. Die staat nog in mijn geheugen gegrift. 1 – 5 verlies waarbij 3 tore van Jupp Heynkes. Een kansloze missie. In het Diekman waren zo ontzettend veel toeschouwers, ik stond in Vak P, wanneer ik mijn benen van de grond tilde bleef ik tussen de toeschouwers hangen, onvoorstelbaar.
Zou nu niet meer mogen en daarbij zijn er nu overal zitplaatsen. Fantastische wedstrijden gezien van Twente, wat een team hadden ze toen. Helaas nostalgie !