De Tour is aan de laatste week begonnen en nog steeds voelt het raar dat dit prachtige spektakel dit jaar tegelijk met de voetbalcompetitie gehouden wordt. Niettemin is het genieten geblazen. Bijna elke dag heb je spijt dat je de tv te laat hebt aangezet. De ietwat saaie, nochtans knappe, gele trein van Jumbo-Visma houdt bewonderenswaardig stand met steeds een Nederlandse knecht met een directeurssalaris – Tom Dumoulin (foto) – in de voorste gelederen. Sunweb, de andere Nederlandse ploeg, is zo langzamerhand de smaakmaker van deze Tour met etappezeges, bijna-etappezeges en stoutmoedige demarrages.
Het bijzondere van Sunweb is dat ze onder Duitse vlag fietsen. Dat is best vreemd, maar het zal een wens zijn van de sponsors. Zo gaat dat meestal. De roots van de zwartwitte coureurs ligt zelfs in Twente en de leiding met oa directeur Iwan Spekenbrink uit Enter, hoofdcoach Rudie Kemna uit Deurningen en ploegleider Marc Reef, bestaat ook voor een groot deel uit Tukkers. Dat is natuurlijk buitengewoon interessant voor chauvinistische Twentenaren, zoals ik.
Afgelopen weekend raakte ik met een aantal sportliefhebbers in gesprek over de Tour. Ze volgen het wielerspektakel wel, maar niet fanatiek, zeiden ze. Want de Nederlanders doen niet mee om de prijzen, zeiden ze. Dat was zo ongeveer de kern van hun bezwaar. Ik testte hen. Zo wisten de meesten niet dat Hirschi voor Sunweb fietst. Ze vonden het overigens wel knap wat hij presteerde. Jumbo is prima, Sunweb ook, maar beide ploegen hebben slechts twee Nederlanders opgesteld en van hen is Dumoulin die intussen geen kandidaat meer is voor de overwinning. De andere drie vallen streven niet naar podiumplekken, omdat ze knecht zijn (Nieuwenhuis/Sunweb en Gesink/Jumbo). De vierde landgenoot is sprinter Cees Bol van Sunweb, maar die heeft weinig potten kunnen breken.
Dat Mollema, een Nederlander die voor een buitenlandse ploeg rijdt en die wel met de besten mee kan, pech had en moest uitvallen, vonden ze jammer.
Ik zou de mannen die het voor het zeggen hebben zoals Kemna bij Sunweb en Zeeman bij Jumbo, willen adviseren om volgend jaar meer Nederlanders mee te nemen. Dat komt de belangstelling voor de verrichtingen van beide ploegen ten goede. Hun pr-man zal het met me eens zijn. Ook voor de voortgang van de wielersport is dat goed. Veel Nederlanders in de Tour met de verhalen eromheen lokken jongens en meisjes om ook te gaan fietsen. Dat twee Slovenen om de eindzege strijden is heel bijzonder, maar de Nederlandse wielerliefhebber ziet liever Dumoulin en Mollema in het front van de Tour.
‘Volgend jaar zet Van der Poel de boel op stelten’, zei een maat van mij ook nog.
En over een paar jaar misschien wel weer een Tukker, zei ik.
Wie, vroegen ze.
Lars Boven uit Reutum, zei ik. Of Rick Pluimers uit Enter.
Hadden ze nooit van gehoord.
Wacht maar af, zei ik.