Maradona werd zeven jaar geleden door het Engelse voetbalblad World Soccer in het beste voetbalteam aller tijden opgesteld. Dat is een lange tijd, dat van aller tijden. Voetbal bestaat pak hem beet anderhalve eeuw. Voor de samenstelling van dat elftal kozen voormalige spelers en journalisten hun favorieten.
Diego Maradonna kreeg de meeste stemmen (66) gevolgd door Pelé (63) en Johan Cruyff (60). Wat zegt dit lijstje? Dit lijstje zegt dat lijstjes niet zoveel zeggen. Het zegt mij ook dat lijstjesmakers het liefst bij de verkiezing tot het gilde der lijstjesmakers willen behoren en die om daar bij te blijven horen elkaar het liefst napraten.
De afgelopen dagen heb ik in allerlei kranten gelezen dat de ons zo deerlijk ontvallen Maradona de beste voetballer aller tijden was. Maradonna heeft veel te danken aan dat filmpje over zijn voorbereiding,daterend van 9 april 1989, vóór de halve finale om de Europa Cup tegen Bayern München en Maradona doet zijn warming-up, is zich schijnbaar onbewust van de camera als Live is Life van Opus klinkt, in Stadio San Paolo te Napels.
Het is prachtig, het is kunst, absoluut, maar ik zie daar toch ook vooral een getalenteerd circusartiest bezig. Bijzonder? Onweerlegbaar! Amusementswaarde? Een tien. Niettemin is het ook en voral heel veel meer variété dan voetbal. Zo een kind leert fietsen leert het ook voetballen. ‘Kijk, mama, met losse veters.’
De inmiddels tachtigjarige Pele stuurde Maradona toen die onlangs zestig werd een kaart. ‘Ik hoop dat je reis nog lang is en dat ik vaak je lach nog mag zien, want dan lach ik ook.’ Maradona noemde op zijn beurt Pele onlangs de koning. Helden zijn het, maar wie was de beste?
Cruijf was ook een koning. Een beroemd verhaal is dat van Caspar, Melchior en Balthasar, drie koningen die de levenstijdperken van de volwassenheid symboliseren. Pele, daar is hij weer, sprak bij de dood van Cruijff over ‘een uitzonderlijke gedachtegoed’. De wisecracks van Nummer Veertien zijn legendarisch. Is de ene voetbalkoning meer dan de twee anderen, in de zin van beter? Dat denk ik niet, maar met het pistool op de borst gedwongen een keuze te maken, zeg ik toch ‘Cruijff’ Dat heeft met het totaalvoetbal te maken. Net als Pele en Maradona was Cruijff een groot voetballer, een machtig koning des velds, maar daarenboven ook een speler die in en buiten het veld verder keek dan zijn neus lang was. Hij stond spits, maar bespeelde het hele veld; Cruijff en niet Rinus Michels bedacht het totaalvoetbal en optimaliseerde het.
En dan heb ik het nog niet eens gehad over de goals die hij óf voorbereidde óf scoorde. Bovendien gaat ook over een mix van niet alleen zelf tot de buitencategorie behoren, want hij liet ook een heel elftal beter spelen (Cruyff was de grondlegger van het totaalvoetbal, niet Ajax-trainer Rinus Michels) en dat bleek ook toen hij zelf trainer werd, van Barcelona.
En dan al die onnavolgbare Cruijffismen. En niet te vergeten zijn goals. De mooiste die ik me nog heel goed kan heugen was die die op het Zuiderpark tegen FC Den Haag, een een heerlijke actie in de versnelling met toverboogbal over Ton Thie; het voelde als een cadeau, het was op mijn dertiende verjaardag.
Han Pape