Zondag 24 november 2024
Twentesport

Kerstshit

Geplaatst op 9 december 2020 door   ·   Geen reacties

Wie zich als sporter niet af en toe een lolletje gunt, is slecht bezig. Toch bestaan ze: de prestatiesporter die niet kan relaxen maar denkt: schaadt dit mijn conditie niet? Wat als de concurrentie blijft doortrainen, terwijl ik een boek lees, winkel, netflix?

Het enige serieuze wat ik doe, is mijn professie als kantoorklerk. Soms kan ik jaloers zijn op de echte sporter, die malle dansjes maakt of een sliding met de handen omhoog, louter omdat er gescoord is of een pr wordt gebroken. Als bij ons de balans klopt of een klant een duimpje stuurt, staat niemand gillend op het bureau, laat staan dat wij elkaar uitzinnig van vreugde tegen de borst drukken. Terwijl wat wij daags doen, geen enkel gewicht legt in het wereldgebeuren. Laat staan dat het beetje hardlopen dat ik doe, waar ik louter plezier aan beleef.

Enfin: lol maken. Keten zo u wilt. De eega en ik lachen wat af en hebben leut, wat evenwel niet betekent dat er geen verschil van inzicht is. Zo is mijn wederhelft een grote fan van de Grote Tuinboer, een ook u bekende megasuper in groenzooi, want anders kan ik het niet omschrijven. Tijdens de Kersttijd, die volgens het management van deze groenverkoper ergens in oktober begint, is er sprake van een grondige make over. Men is er kennelijk van overtuigt, dat de klant tijdens de post-kerstperiode op slag een groot deel van de hersenomvang kwijt is. Nu wil ik best tijdens een uitje mijn verstandelijke vermogens een pauze gunnen, maar bij Intratuin (ik noem het beestje maar bij de naam) scheelt het qua beleving als je de weg in intellectuele zin volkomen kwijt ben, of dat je door een nare ziekte je kleutertijd herbeleeft. Reeds bij binnenkomst is er een bordkartonnen berglandschap gerealiseerd, waar vreemde exotische vogels zijn gecombineerd met een soort van inteeltkabouters die vanuit spelonken, gezeten op een rendier of vanaf een nepboomtak, met een zoemend geluid houterig schudden met hun kunstkop. Ergens uit het binnenwerk klinkt een onverstaanbaar ritmisch gereutel, dat vanwege het begeleidende geklingel en het blikkerige geluid van iets dat galoppeert, een kerstlied moet zijn. De klant, op weg naar kerstprullaria of gewoon een struik of pot scorend, passeert dan een reeks van dit soort van uit de Disneyworld-voor-idioten geleende wezens: pratende beren, burrelende hertjes, rochelende kobolds en vals zingende hoefdieren van onbekende herkomst.

Wie als ik in deze horrorachtige kerstshit terecht komt, verbaast zich nog het meest om de met wezenloze blik boven een mondmasker en achter een wagentje slenterende volwassenen, die de gang langs die angstwekkende mechanieken met aan lusteloosheid grenzende desinteresse ondergaan. De kakafonie aan vreselijke geluiden, als een in de onderwereld gecomponeerde symfonie, lijkt hen niet de deren. Zelfs kinderen lopen, als de evenbeeldjes van hun hypochondrische verwekkers, ongeïnteresseerd langs deze gekmakende mechanieken.
Wanneer mogen we weer naar de film?

Erik Endlich

Delen is sportief

Reacties (0)




Archief