Donderdag 21 november 2024
Twentesport

Interbellum

Geplaatst op 29 december 2020 door   ·   Geen reacties

De tijd gelegen vanaf Eerste Kerstdag tot Nieuwjaar is een interbellum. Een overgangsperiode waarin de duisternis gaandeweg terrein verliest, familiebezoek en Kerstsfeer de thuissituatie dicteren en van sporten in beginsel niets terechtkomt.

Dat laatste heet niet bezwaarlijk te zijn. Een rustperiode na hevig krachtwerk in het zweethok en lange duurlopen door bos en over beemd, is wat de sporter toekomt. Nu is het dan tijd voor reflectie bij de houtkachel, onderhoudende kout met familieleden die van ver komen, wildzwijngebraat en een oudhollands spel tot besluit.

De boog kan immers niet altoos gespannen zijn en relaties vormen, na gezondheid, het belangrijkste in een mensenleven. Ik beleef ook veel plezier aan die sfeervolle tijd. Het maakt mij evenwel ook gillend gek. Dat ligt voor de goede orde niet aan onze kinderen, die verspreid over twee kerstdagen bij ons aan de dis schoven. Zij lijken niet toevalligerwijs op ons, waardoor het hoogst aimabele types zijn. Veel zitten doe ik ook niet, hoewel vooral de wederhelft staat te zwoegen in de keuken en een subliem kerstdiner verzorgt en benevens voor een constante aanvoer van allerlei hapjes en drankjes zorg draagt. Ik loop volgens haar vooral in de weg, waardoor ik een tamelijk ondergeschikte rol vervul als de persoon die volle glazen brengt en lege glazen ophaalt. Ondertussen snort de houtkachel, valt er niet te ontkomen aan een reeks bijna oogverblindende kerstverlichtingen, hoor je dat er weer water bij de bradende rollade moet, kweelt het kerstlied uit de boxen, waar is toch dat kerstkleed gebleven, wil jij de slagroom kloppen, leeg jij de afvalemmer even: alweer vol.

Helaas is mijn organisme niet berekent is op dit dagen achtereen durende gekeutel en gepamper. Want hoewel het geslenter met glazen vreemd genoeg tamelijk slopend is, schreeuwen mijn fysiek en beperkte intellect als het ware om sportbeoefening. Rennen, zwoegen in de mancave: ik verlang er naar als de zucht van een junk naar stimulerende middelen, zoals een corpulente Bourgondiër op een soepstengeldieet van biefstuk droomt, Team Ferrari een Formule 1-overwinning behoeft.

Daarom sta ik die dagen retevroeg op: er zit niets anders op. Ik voel mij een zombie, maar in de duistere uurtjes voor zonsopgang ligt een ieder in bed te ruften. Dan doe ik mijn ding, te weten een duurloopje over een mistig parcours en zucht verzaligd onder de druk van halter en medicijnbal. Dan snel douchen en van zessen klaar, gereed om te cateren als het bezoek zich weer aandient. Het is wel een slijtageslag, want de eega heeft het vermogen bezoek te entertainen op zowel gastronomisch terrein als tijdens de conversatie. Bijgevolg blijven de kinders tot in de kleine uurtjes plakken, gooien wij er nog een spelletje tegenaan en spreek ik mijn laatste krachten aan om niet om te vallen van de slaap.
De eerste week in het nieuwe jaar doe ik even niets meer.

Erik Endlich

Delen is sportief

Reacties (0)




Archief