Ik weet niet of Boudewijn de Groot een wielerfan is. Maar als hij zondag gekeken heeft naar de vijfde etappe van de Tirreno-Adriatico zal hij ongetwijfeld gedacht hebben dat zijn beroemde song Jimmy een andere naam verdient. Geen Jimmy, maar Mathieu.
Want wat Mathieu van der Poel in die zware etappe presteerde was ongelooflijk. Wegrijden op 45 kilometer van de meet, een voorsprong van drie minuten op iedereen pakkend. Oppermachtig, geen mens kon hem bedreigen. Zo leek het. Totdat vijftien kilometer voor het einde de sleet erop kwam. En Pogacar zijn strijd met Van Aert voor de eindzege al vast wilde beslechten. Wat restte was een geweldige ontknoping. Van drie minuten werd het één minuut, toen dertig seconden.
Helemaal kapot ging Mathieu nog één keer op de pedalen in de laatste kilometer. Tien seconden hield hij over. De etappe was voor hem, weggesleept voor de poorten van de hel.
Vandaag wacht Milaan-San Remo. Mathieu heeft vier dagen gehad om te herstellen. Dat is genoeg. Schrijf maar op, Mathieu van der Poel gaat de Primavera winnen. En Boudewijn de Groot hoeft geen titel aan te passen. De eenzame fietser bleek net sterk genoeg.
Harry Middeljans