De beste Nederlandse voetballer ooit keert terug om nogmaals de show te stelen Dat gebeurt in 14, de Musical. Hij was, als gezegd en buiten kijf, de beste Nederlandse voetballer ooit, maar ik denk de beste van de wereld, al zijn de meningen verdeeld daarover, maar ik vind van wel. Dat zegt inderdaad niks, ik zeg wel eens vaker iets waar allerlei kenners het hartgrondig mee oneens zijn. Ze komen dan met Diego Maradona en Pele aan. Die konden hem inderdaad ook goed raken, en niet alleen de bal.
Cruyff (op de foto met Ronald Koeman, de plaatsvervanger van de plaatsvervanger van God in Camp Nou) keert dus terug, niet fysiek, maar als personage, met dans en zang, met videobeelden en commentaren. En vermoedelijk met voetbalwijsheden verpakt als soundbites. Je weet het namelijk maar nooit. En niet alleen de sportman en de wereldster komen aan bod, ook de echtgenoot, vader, schoonzoon en zakenman die hij was.
Cruyff is zoveel meer dan de beste voetballer ooit. Hij was – onder veel meer – ook de jongen uit Betondorp, de pupil van Arend van der Wel, de fan van Faas Wilkes, de wijsgeer van de koude grond, het genie van Barcelona en de analist van de NOS.
Naar het schijnt, ik heb het gelezen in mijn lijfblad, Het Parool, komen ook andere aspecten aan de orde. De rol van Cruyff wordt gespeeld door een mij onbekende acteur die Tobias Nierop heet en die van echtgenote Danny door Myrthe Burger. De wereldpremière staat voor 25 september op de rol in het gloednieuwe theater te Leusden. Als het dan weer mag, naar schouwburgen bezoeken en naar voetbalstadions gaan. Dat de teksten van de musical zijn geschreven door Tom de Ket en dat schraagt mijn vertrouwen in een hartveroverende toneelproductie.
De Ket trad vele jaren zelf op, als duo met George van Houts. Ik zag ze in theaters en op parades, en hoorde een geweldige De Ket op het helaas op het altaar van de zogenoemde vooruitgang geofferde Radio Bergheyk. Hij was net als Cruyff bezeten van het spelletje, zij het dan liever een spelletje op een plankier dan op een grasveld, maar altijd met een doel, dat dan weer wel.
De Ket zegt dat de musical vooral gaat over ‘een Amsterdams lefgozertje dat uitgroeide tot een wereldster’ en ook: ‘Hij heeft een brutale, energieke uitstraling, maar kan ook ontroeren. Ook kan hij snel schakelen en is hij een teamspeler. Essentieel in onze voorstelling. En Myrthe is de gedroomde Danny voor mij.’
Het is niet echt mijn genre, de musical, maar mijn voornemen is zeker dat ik 14 de Musical te gelegener tijd ga bezoeken, want om de filosoof die Cruijff ook was vrij te citeren: ‘Je moet het zien om het te weten.’
En voor de barbaar die zegt dat voetbal geen hoogstaande cultuur kán zijn is toch maar een bestand bijgesloten ten bewijze van de buitenaardse mix van voetbal en toonkunst.
Han Pape