Zondag 24 november 2024
Twentesport

Ten Caat en Schone Kunsten

Geplaatst op 5 april 2021 door   ·   Geen reacties

Vandaag moest ik ineens denken aan Theo ten Caat, ooit begenadigd speler van FC Twente. Dat komt doordat ik de vraag kreeg wat ik nou vind van de voetballers die zich laten behangen, ik bedoel tatoeëren. Ach, ik houd van andere kunst, heb ik gezegd, maar moest dus ook meteen aan Theo ten Caat denken, de middenvelder met een pass als een zoele zeewind, een voetballer die geen inkpot nodig had, alleen instinct.

Een jongen uit Drentse dreven. Niet uit Emmen, waar de huidige cultclub van Nederland speelt, want Ten Caat is geboren in veen en vlam, al werd hij naderhand wel trainer van Emmen. Als voetballer kwam de in Hollandscheveld geboren Ten Caat – voor hij door Twente naar Het Diekman werd gehaald– uit voor Hoogeveen, dus goed verzekerd. Hij was een van de sierlijkste voetballers van zijn generatie, een ambachtsman met een gouden pass, een kunstenaar ook, weswege niet altijd begrepen.

In twee etappes speelde Ten Caat totaal zeven seizoenen voor FC Twente. Tussendoor verdedigde hij de kleuren van respectievelijk Veendam, Groningen, Aberdeen (de wondere jaren van de Twentse enclave met onder meer Theo Snelders) en Vitesse, om vervolgens zijn carrière aan de Lange Leegte te beëindigen.

In veel opzichten was Theo ten Caat geen doorsnee voetballer. Dat had natuurlijk ook met de tijd te maken, maar toch, hij ademde rust. Hij was meer een voetballer die plakplaatjes van deze of gene club zou sparen dan dat hij er ook maar een seconde over zou peinzen zijn armen, benen en gezicht vol te laten kalken met boodschappenlijstjes en uitgestorven diersoorten in inktpatronen.

Dat brengt me meteen op het punt dat me met name voor hem innam. Waar ander spelers van voetbalclubs wél aan de verwachtingen voldeden, daar trok Theo ten Caat zich niets aan van enig verwachtingspatroon. Terwijl zijn teamgenoten van FC Twente naar Stokkers aan de Oldenzaalsestraat vertrokken om te kaarten of met Ton van Dalen te biljarten, of zich gingen uitleven bij de Witte Villa van Van Heek, daar ging Theo ten Caat liever naar een ander optrekje van Van Heek, te weten het Rijksmuseum Twenthe aan de Lasondersingel. De woning van het meisje in witte kimono van Breitner, niet die begenadigde voetballer op het middenveld van Bayern München én van die Mannschaft, maar de schilder,

Ten Caat was een kunstliefhebber. Daar kon hij ook enthousiast over verhalen. In zijn uppie dwalen door de schatkamers van ooit Van Heek, waar ook de schrijver Willem Brakman geregeld door de gangen dwaalde, bij voorkeur in de ochtend, want ook een Einzelgänger, dat is een prima training, want je loopt daar wat af en ziet dat de schoonheid in verf of steen of brons ook op een voetbalveld, kan scoren, in een gouden pass. Dat zegt kunst…

Han Pape

Delen is sportief

Reacties (0)




Archief