Het is deze maand tien jaar geleden dat Hennie Moddejonge op 84-jarige leeftijd overleed. Hij was de bekendste én de beste van de voetballers uit het Moddejonge-geslacht. Er waren er meer en ze konden allemaal aardig voetballen, ook Hennie’ jongere broer Gerrit, die twee jaar terug overleed. Ze kwamen trouwens in Enschede ter wereld, aan de Hengelose en dus ook Vroomshoopse kant van de stad, in Driene, nabij een voetbalveld…
Soms lijken dingen voorbestemd…
En dan had je nog de Vromshoopse neef Johan, die onlangs als laatste van de drie op 89-jarige leeftijd uit de tijd stapte en op de nabij het sportpark De Bosrand tussen Vroomshoop en Den Ham gelegen dodenakker Dennenhof ter aarde is besteld.
Een paar jaar geleden stelde chroniquer en duvelstoejager Hans Nieboer van Vroomshoopse Boys mij voor aan Johan. En die ontpopte zich als commentator aan de lijn. Ondertussen vertelde hij bloem- en kleurrijk over zijn liefde voor de Boys en dat hij zijn kicks in de schuur bewaarde aan de muur, met andere parafernalia van de club (zie foto).
Het was tijdens een Twenterandse derby, want Vroomshoopse Boys speeelde de altijd beladen derby tegen DOS’37. Veenontginners van Van Riggelen versus katoennaaiers van Jansen & Tilanus.
Nieboer dacht dat ik wel interesse zou hebben al de verhaalties van Moddejonge. Dat klopte. Ik ben neuwsgierig geboren en dat bleek chronisch. Johan was van de Moddejonges een relatieve jongeling. Hij gaf hoog op over de kwaliteiten van ‘n besssen van de femilie, dus Hennie die bij Sportclub Enschede schitterde in een ook verder schitterend team. Hennie was van de drie de beste voetballer. Hij maakte furore in het tenue van Sportclub Enschede, van 1943 en 1959, was privé bevriend met Abe Lenstra, ook na beider carrière. Moddejonge speelde meer dan vierhonderd wedstrijden in het eerste van Sportclub, vaak met een paar duizend man aan de lijn.
Johan en ik waren beiden gestokt, maar zaten wel op een strategische plek aan het veld, dicht bij de kantine…
Dat is ook alweer vijf jaar geleden. Wat een vuurspuwende en ademstokkende confrontatie had moeten worden, die derby op sportpark De Bosrand te Vroomshoop, werd een nogal dunne wedstrijd, zonder veel vuur en met genoeg ademtocht. Omdat de Boys één keer scoorden en tegenstanders geen enkele keer eindigde deze nogal matte vertoning in 1-0 voor de thuisploeg. Het hoogtepunt voor mij was het gesprek met Hennie Moddejonge en zijn maat, de verhoudingsgewijs bloedjonge Jans Karsten, een knaap van nog maar tachtig. Johan duidde zijn herinneringen als gewone verhaalties aan, waarop zei dat het mooie verhaalties waren.
Ze wisten het langs de lijn honderd procent zeker: toen zij kort na de oorlog de blauwe en gele kleuren van Vroomshoopse Boys verdedigden, ging het er waarlijk anders aan toe. Jans was een ongenaakbare laatste man Hennie een diepe en snelle spits, die elke achterhoede in één aanval twee keer passeerde om daarna te scoren. Het gerucht gaat dat Johan Moddejonge toen hij was gestopt met voetballen zijn kicks ritueel verbrandde, en de stoffelijke resten nog altijd bewaart in de garage. Zijn resten rusten kort bij het voetbalveld, op Dennenhof.
Han Pape