Het is de eerste dag van de vakantie en het komt met bakken uit de hemel. Dat is niet persé een probleem, want hollen bij slecht weer doe ik al járen. Niet omdat ik een zonderling ben, maar omdat de ervaring leert dat ook bij regen mijn atleten komen. Dan roep je niet lafjes dat je het geen weer vindt om te trainen. Daar ben ik debet aan, nu ik mijn loopgroep steeds toevoegde: alle weer is loopweer. Ook niet waar, want als het onweert ga ik niet met de lui op een veld staan. Met name niet omdat ik de langste ben.
Maar neerslag tijdens de vakantie is toch anders. Vooral natuurlijk omdat het vakantie is. De drive om aan sport te doen is er wel, maar toch in geringere mate. Dat komt vooral door de eega. Zij wil wat ondernemen wanneer je ineens noodgedwongen niets hoeft te doen. Overigens berust deze drive om tijdens de tijdspanne die vakantie heeft van alles te gaan doen, op een misverstand. Het is namelijk juist de bedoeling om zo min mogelijk te ondernemen. Zo is, althans: was de vakantie bedoeld. Lang geleden bedongen door de vakbonden die – terecht – meenden dat de boog niet altoos gespannen kan zijn.
Nu staat mijn boog reeds geruime tijd gespannen en schiet ik niet telkens pijlen af die doel treffen. Aldus mag worden aangenomen dat ik hard aan vakantie toe ben. Ik zit dan ook lamlendig onderuit gezakt op de bank. Wel knaagt er iets, namelijk het besef dat ik aldus mijn conditie lig te verkwanselen. Want indachtig het adagium van Erwin Nijboer: als ik niet train, doen mijn concurrenten dat wel.
Dat is op mijn leeftijd overigens een farce. Er zijn sowieso weinig concurrenten in mijn leeftijdscategorie. Dat is het voordeel van een persoon die maar eindeloos doortraint: op een zeker moment valt de concurrentie weg. Ze raken geblesseerd, gaan met pensioen en vervallen in een dodelijk nietsdoen, hebben een partner die al dat trainen maar flauwekul vindt, of – meer rigoureus – men komt te overlijden. Daarbij moet je natuurlijk het geluk hebben dat juist de atleet die steeds een fractie sneller, hoger of verder ging dan jezelf, gaat hemelen. Dat heb je natuurlijk niet in de hand. Of eigenlijk wel, maar dan met een aanzienlijk risico op een langdurige gevangenisstraf.
Thans roepen het moegestreden lichaam en de geest dat er getraind moet worden. Maar: nu even niet. De wonden likken, je mentaal vertreden. Overigens kunnen wij niet weg. Het zou naar Frankrijk gaan, maar we zijn net te vroeg om zonder coronatesten, quarantaines en boetes door te dringen tot het hartje van de Bourgogne. Daarbij worden wij op 1 juli voor de tweede keer gevaccineerd.
Vakantiedag 1 en ik verveel mij reeds te pletter. Misschien toch maar héél eventjes wat ploeteren in de fitnessruimte die mijn mancave is.
Erik Endlich