Real Madrid won dertien keer de Europa Cup (nu Champions League), het stadion Santiago Barnebéu is de tempel van het Europese voetbal en de club heeft legendes voortgebracht als Di Stefano, Puskas, Santamaria, Amancio en Gento, voor de latere generaties Kaka, Sanches, Casillas, Butragenuo, Hierro en Zidane. Uitgerekend dit symbool van traditie, respect en fatsoen leurt nu met Sergio Ramos, één van de grootste smeerlappen die er op de Europese voetbalvelden heeft rondgelopen en één van de weinigen aan wie op YouTube een top vijf met gore overtredingen is gewijd. De manier waarop hij in 2018 aanvaller Mo Salah van Liverpool met een misdadige ippon uit de finale van de Champions League vloerde, kan nog steeds rekenen op authentieke woede bij de oprechte liefhebber. Sergio Ramos is een gitzwarte schandvlek op het koninklijke wit van Real Madrid, dat hem nu volkomen ten onrechte als een deftige clubheld op het podium hijst om er nog een lucratieve transfer uit te slepen. Hypocrieter kan het niet.
Of toch wel? Cristiano Ronaldo maakte nog reclame voor Fiat, Kentucky Fried Chicken en Coca Cola toen hij het shirt van Real Madrid droeg. In die periode schopte hij een imposant wagenpark bij elkaar (in alfabetische volgorde): een Aston Martin, vier Audi’s, twee Bentley’s, een BMW, twee Bugatti’s, vier Ferrari’s, een Lamborghini, een Maserati, twee Mercedessen, drie Porsches en een Rolls Royce. Het zou overdreven zijn om te beweren dat hij hiermee de Europese automobielindustrie van de ondergang gered heeft, maar van enig gevoel voor milieu en duurzaamheid is hier uiteraard ook weer geen enkele sprake. Het verbaasde me daarom des te meer dat hij bij die bewuste persconferentie de twee colaflesjes verwijderde en in plaats daarvan een watertje liet zien. Zo van: kijk mij eens bewust bezig zijn. Het was alsof we Siegried Kaag hoorden beweren dat vliegen naar Luxemburg voor haar soort bovenmensen de normaalste zaak van de wereld is. De conclusie is duidelijk: Cristiano Ronaldo heeft net zoveel boter op zijn hoofd als brillantine in zijn haar. Allez les Belges!
Peter Bonder