Het was de enig juiste vraag tijdens de persconferentie van vrijdag 9 juli: ‘Het is een behoorlijke puinhoop, u bent verantwoordelijk minister. Vindt u dat u nog aan kan blijven?’ Hugo de Jonge verslikte zich er bijna in, zichtbaar nog wel, voordat hij het antwoord gaf: ‘Nou, het lijkt me praktisch, want er moet een hoop gebeuren, dus daar heb je een minister voor nodig.’ Je kunt van Frank de Boer zeggen wat je wilt, maar het is geen plucheplakker tegen beter weten in. Al redelijk snel na de verschrikkelijke wedstrijd tegen Tsjechië had hij door, en liet hij dat ook duidelijk blijken, dat het voor hem einde oefening was. Het was inderdaad een behoorlijke puinhoop, en hij was de verantwoordelijke bondscoach. En er moest ook een hoop gebeuren, maar dat was misschien meer iets voor een ander op zijn plaats. Ook al ging dat gepaard met de nodige vernederingen, onder andere door zijn eigen werkgever, de KNVB, en de allersmerigste Judas van allemaal in de persoon van Hugo Borst.
De carrière van Frank de Boer is gebroken. Na de echecs bij Inter Milaan, Crystal Palace en Atlanta United was Oranje de vierde noodgedwongen tussenstop, waardoor de volgende halte voorlopig heel ver buiten zicht lijkt. Hij is op een trein gesprongen die zonder hem verder gaat. Menig ander zou in zo’n geval zijn advocaat gebeld hebben, maar de voetballiefhebber in hem zag wel in dat hij hopeloos gefaald had, als coach, als tacticus en als manager. Financieel hoeven we geen medelijden met hem te hebben, maar sportief is dit natuurlijk een regelrecht drama voor een speler met zo’n winnersmentaliteit. En we kunnen allemaal nog zo chagrijnig zijn, het siert Frank de Boer dat hij het zinloze van zijn positie erkende. Juist daarom zou hij een voorbeeld moeten zijn voor Mark Rutte, Hugo de Jonge, Ferdinand Grapperhaus en al die andere coronaprutsers die, door een gevaarlijke cocktail van electorale motieven, botte onkunde en persoonlijke ambitie, onze gezondheid serieus op het spel zetten. Dat lijkt me kwalijker dan een tegenvallend resultaat op een voetbaltoernooi.
Peter Bonder