Net als bij de meeste Nederlanders was de eerste sport die ik beoefende de voetbalsport. Ik was keeper, speelde een of twee seizoenen mee bij de jongste jeugd, en koos daarna voor de wielersport.
Dan heb je als Vroomshoper heb de keus tussen Vroomshoopse Boys en Sportlust. Hoewel, keus, het was eigenlijk heel simpel. Katholiek Vroomshoop sloot zich aan bij zondagclub Sportlust, de overigen gingen naar de Boys. Mijn eerste kennismaking met de Boys vond plaats in de schoolbanken in de jaren vijftig. Vanuit de Julianaschool keek je uit op het lage veld van de voetbalvelden bij het MCC. En daar draaide hij zijn rondjes op de grasmachine, Willem Nieuwlaar, Boys-man, manus van alles, boegbeeld van een prachtige club. Willem zorgde op zijn luid pruttelende machine voor een perfecte grasmat, waarop zaterdags dan mijn toenmalige helden speelden. Aanvoerder Klaas Poel, Jan Veneberg, Bennie en Anne Gerrits, noem maar op. En ook keeper Manny van Tellingen, een extreem goede keeper, die vooral de aandacht trok door de wijze waarop hij penalties benaderde. Daar waar vrijwel alle keepers zichzelf zo groot mogelijk maakten om het doel te verkleinen koos Van Tellingen voor het tegenovergestelde. In hurkzit zal hij op de doellijn om als een katapult weg te schieten naar de hoek waar de bal heen ging. En hij stopte er vele. Kreeg een proeftraining bij Feijenoord. Zoals het verhaal luidde ging hij voor de zekerheid al een dag eerder. Maar het uitgaansleven van Rotterdam had een onweerstaanbare aantrekkingskracht, de avond was lang, de nacht te kort. Een gemiste kans dus.
En aan de zijlijn stond trainer De Ruiter, met zo’n pofbroek trainingspak. Alleen al door die outfit maakte hij indruk.
Dat dit soort zaken besproken worden bij clubs en op scholen is ontzettend belangrijk. Later, op het hoge veld, trok Jans de Katte Gerrits zijn sprintjes. Kromgebogen stond hij bij de middenlijn te wachten op de lange bal in de diepte, en hij met de bouw van een bokser en de snelheid van Ursain Bolt spoot dan weg en scoorde. Steeds maar weer. Jaren later maakte ik op datzelfde veld mijn debuut als eerste verzorger ooit bij de Boys. Meteen een klapper, een wedstrijd tegen Ajax. Het stond zwart van de toeschouwers, vierduizend man samengepakt langs de lijnen, op platte wagens en andere verhogingen om maar niets te missen. Het werd 0-4, maar had zeker 1-4 moeten zijn. Zelden een penalty met zo’n kracht op de lat zien belanden als het schot van Hans Nieboer. Een gemiste kans.
Toen jaren later de verhuizing naar de Bosrand was afgerond werd het doel gesloopt. En volgens de overlevering trilde de lat toen nog steeds. Eigenlijk had ook die lat mee gemoeten naar het nieuwe doel op De Bosrand. Met aan de achterkant een metalen plaatje met de inscriptie ‘Hans Nieboer-lat’. Maar ja, is niet gebeurd. Het zou een prachtig eerbetoon zijn geweest aan een man die zich ook nu nog steeds inzet voor de blauw-gelen.
Ook dat noem je een gemiste kans.
Harry Middeljans