Altijd al vond ik damcrack Jannes van der Wal een even onbegrijpelijke als intrigerende persoonlijkheid. Het kwam weer boven doordat op de radio een programma was te horen van Erik Dijkstra en Frank Evenblij, zeg maar de Abbot en Castello van de sportjournalistiek, over Jannes, de dammer, niet de zanger, hoewel de zanger wel teksten heeft gezongen vol dam-dam. Die slag sloeg hij vaak.
Dammen is geen sport die zich leent voor live televisie, maar er zijn op youtube geweldige fragmenten te zien van Jannes, te gast in een praatprogramma van Mies Bouwman en in zijn gymnasiumklas van de Rijksscholengemeenschap te Heerenveen.
Het was afgelopen vrijdag een kwart eeuw geleden dat Jannes van der Wal overleed. Internationaal Grootmeester. Dijkstra en Evenblij stelden dat de cultheld een standbeeld verdient. Nou leven we in een tijd dat van zo ongeveer iedereen wordt gezegd dat hij of zij een standbeeld zou verdienen, maar het blijft linke soep.
Wat er ook van komt, van dat monument of niet, feit is dat Dijkstra en Evenblij een podcast-monument optrokken voor de man die nationaal beroemd werd door zich te verslapen in de trein en daardoor het WK dammen te missen, door live op TV te weigeren te antwoorden op vragen van Mies Bouwman en door te lijden aan de ziekte van Heineken. Het radioprogramma werd in de woorden van Dijkstra ‘een ode aan het anders zijn’. En een wereldkampioen moet volgens Van der Wal dingen die anderen niet begrijpen.
Ofschoon volkomen gespeend van iets wat op denksporttalent lijkt heb ik vroeger ongeregeld met damstenen geschoven. Dat gebeurde om te beginnen thuis. Ik hen wel eens van mijn broer gewonnen, want die kon er net zo weinig van als ik, en ook eens van mijn vader, maar dat vond ik niks, omdat me onnadrukkelijk liet winnen. Met kaarten won ik wel op eigen kracht.
Dammen vind ik eigenlijk niks, vermoedelijk vooral omdat ik er niks van terecht breng. Ik stel de dammers liever vragen. Dat wel schrikken toen ik Marino Barkel van de damclub in Westerhaar-Vriezenveensewijk eens voor de radio interviewde en hij vertelde dat dammen een gave van God is en dat je de Heere moet danken voor je talent. Ja, zó kan ook een potje dammen winnen. Het mooiste van damclub zijn de namen. Zo heet de vereniging in Westerhaar-Vriezenveensewijk gewoon Denk en Zet. Ook in het politieke metier kom je veel politici tegen.
Voormalig wethouder, regiobestuurder en burgemeester Jeroen Goudt uit Enschede damde ook op niveau. bij. En bij het voornoemde Denk en Zet was heel lang beroepsburgemeester Bernard Kobes opsteller van kakelbonte wedstrijdverslagen. Een van de beste damsteenverplaatsers aan de Asterstraat te Westerhaar is trouwens sportwethouder Mark Paters.
Mij staat bij dat ik ook ooit eens een verhaal heb gemaakt over de damclub in het dorp mijner inwoning, waar mijn klasgenoot Freddy Niezink altijd won van de Venemannen en de Mulders.
Voor wie meer wil weten over het fenomeen Jannes bijgaande de ode aan deze dammmer en denker, van de trobadour Meindert Talma: http://ow.ly/msCl50Ghrbz.
Han Pape