Dit weekend gaat de GOW-veldritcompetitie weer van start. Oldenzaal is zondag met een parcours op Het Hulsbeek de eerste in een rij van maar liefst 14 wedstrijden, gesitueerd in Twente en de Achterhoek. Al in de jaren zestig van de vorige eeuw, na het NK veldrijden in Markelo in 1966 werd het idee geopperd om deze competitie op te zetten. Meer dan vijftig jaar later is deze wedstrijdreeks uitgegroeid tot een ware klassieker onder de wielercompetities. Vooral de laatste 10 tot 15 jaar is de GOW-competitie uitgegroeid tot een icoon. Strak georganiseerd, laagdrempelig, weinig kosten, veel deelname. De KNWU zag het met argusogen aan. Mooi, zo’n competitie op regionaal niveau, maar laat het geen concurrentie worden voor de nationale wedstrijden, dat was de strekking van hun gedachte. Maar toen coördinator Ad van Grootel enkele jaren geleden toch maar eens ging kijken, het enthousiasme zag en de grote deelnemersaantallen veranderde zijn mening volledig. Dit was wat nodig was, en van hieruit was de stap naar de nationale wedstrijden gemakkelijk te maken. Daar werkte de GOW overigens zelf ook aan mee middels hun opzet van de wedstrijden. Eenmalig inschrijven voor de gehele competitie, een inschrijfbedrag dat meer dan redelijk was, een vast rugnummer voor alle wedstrijden, kortom een totaalpakket dat het de deelnemende verenigingen gemakkelijk maakte om een wedstrijd te organiseren. Eigenlijk hoefde alleen het parcours maar uitgezet te worden. Jurywagentje, geluid, spandoeken van de sponsoren, alles werd op de wedstrijddag aangeleverd en geplaatst. Rijden maar. En wilde een vereniging wel eens een nationale wedstrijd organiseren dan zorgde de GOW voor een flinke financiële injectie. De laatste jaren werd ook vanuit de GOW zelf een nationale veldrit georganiseerd, o.a. in Wierden en Nijverdal. De bedoeling was om dit via een wisselsysteem onder de deelnemende verenigingen te laten rouleren.
Maar dit jaar gaat alles anders. Het bestuur vond dat de verenigingen te weinig meewerkten op de wedstrijddag, teveel aan de GOW overlieten. Terug naar de basis, dat is de gedachte. Geen overkoepelende klassementen meer, behalve voor de jeugd. Geen eenmalige inschrijving voor de hele reeks maar inschrijven per wedstrijd. Geen vast rugnummer meer, de verenigingen dienen nu voor de wedstrijd de rugnummers uit te reiken. De jurywagen, het geluid ? Alleen op verzoek, en zelf ophalen a.u.b..
Voorzitter Riny Pley trok al zijn conclusie en trad met onmiddellijke ingang terug. Daarmee is de “werkezel “ uit het bestuur verdwenen, de stuwende kracht is weg. De overige twee leden staan voor een zware taak. Want terug naar de basis is een loze kreet als daar geen duidelijkheid tegenover staat. Waarom geen overkoepelend klassement meer voor de oudere categorieën ? Omdat de strijd te fel was, men elkaar voor enkele punten winst de sloot inreed ? Hoort felheid en inzet niet gewoon bij de sport ? Ja, het ging wel eens mis, so what?
Natuurlijk zijn veranderingen in een wedstrijdopzet op zich niet verkeerd. Maar de snelheid waarmee deze nu is doorgevoerd, de onduidelijkheid in de zichzelf tegensprekende nieuwsbrieven die verstuurd zijn, het wekt niet veel vertrouwen op. Maar er zijn vaker depressies geweest, en altijd is de GOW er weer sterker en beter uitgekomen. Daar hoop ik ook deze keer op. Al zegt mijn gevoel…..
Harry Middeljans