Fritz Korbach was trainer van Heracles toen Jan Smit daar de scepter zwaaide. Een van zijn bekendste uitspraken uit die periode is: ‘Onze voorzitter is zo zuinig, die huilt maar met één oog.’ De deurwaarder uit Ommen hanteerde een even eenvoudige als doeltreffende methode: geen cent meer uitgeven dan dat er binnen komt. Daarmee legde hij de basis onder een solide huishouding, die misschien wat saai is, maar wel als voorbeeld kan gelden voor vrijwel alle andere Eredivisieclubs, waar de penningmeesters links en rechts worden ingehaald door ambitieuze kortetermijncowboys. Sinds de promotie in 2005 is Heracles een vaste waarde op het hoogste niveau, hoewel ze dit seizoen blij mogen zijn als ze in het rechter rijtje eindigen. Een probleem is dat ze buiten Almelo behalve Tom Egbers weinig fans hebben, wat voor een groot deel wordt veroorzaakt door dat verschrikkelijke kunstgras, waaraan elke rechtgeaarde voetballiefhebber een grondige hekel heeft, terwijl ook de EO-naamgeving van het stadion – Erve Asito – weinig vrienden maakt.
Dit seizoen is voor Heracles extra moeilijk vanwege de afwezigheid van hun drie topscorers Delano Burgzorg, Ismail Azzaoui en Rai Vloet, van wie laatstgenoemde in november betrokken was bij een ernstig auto-ongeluk dat aan een vierjarig jongetje het leven kostte. Hij traint weer mee, maar de club is in een duivels dilemma terechtgekomen. Wat ze ook doen, elke beslissing is fout. Je zou bijna hopen dat de tribunes nog even leeg blijven, want als ze hem opstellen, dan grijpen de supporters van de tegenpartij hun kans op ranzige spreekkoren – laat dat maar aan de afdeling cultuur van de harde kern over. Het valt in menselijk opzicht te prijzen dat Heracles en trainer Frank Wormuth, die qua vergelijkbaar leed ook het nodige heeft meegemaakt, zich als werkgevers zo coulant mogelijk opstellen, maar uiteindelijk zal het er toch op neer komen dat iedereen – Vloet, Heracles en de familie van dat jongetje – gebaat is bij een transfer naar een heel ver buitenland.
Peter Bonder