De eerste Ronde van Overijssel werd verreden op 16 augustus 1952. Hebben we tegenwoordig deelnemersvelden van tussen de 180 en 200 renners, in 1952 stonden er ‘maar’ zo’n zeventig renners aan de start.In een tijd van vijf uur, drie minuten en tien seconden werd Piet Smit uit Amsterdam de eerste winnaar. Hij won de sprint van een kopgroep van drie. Vlak voor Rijssen waren er nog vier koplopers, maar toen moest Ton Ooink uit Hengelo in het zicht van de haven toch lossen, na vrijwel de gehele wedstrijd bij de eersten te hebben gereden. Hij eindigde tenslotte als zesde. Voor Piet Smit zou het een van de weinige grote(re) successen blijken. Anders ging het met de nummers twee en drie, beiden ook uit Amsterdam.
Tweede man Daan de Groot werd later een uitstekende beroepsrenner. Waarschijnlijk goede sportgenen, want zus Jannie had al furore gemaakt door als zwemster deel te nemen aan de Olympische spelen in Londen, 1948. Zelf was hij in 1952 deelnemer aan de Olympische spelen in Helsinki. De Groot werd prof in 1955 en reed als jongste lid van de ploeg van de legendarische Kees Pellenaars al de Tour de France en de Giro. Vooral in de Tour deed hij van zich spreken, een prachtig verhaal. In de 13e etappe werd hij door de hitte bevangen, gelost uit het peloton. In een veld plukte hij koolbladeren om deze op zijn hoofd te leggen als bescherming tegen de zon. Het bleek een wondermiddel, de Groot zette de achtervolging in, passeerde het peloton en won alsnog de rit na een solo van 150 km. Voorsprong? Ruim twintig minuten. Ook in de Vuelta deed hij het goed, droeg drie dagen de leiderstrui. Werd ook, in 1956, kampioen van Nederland achtervolging op de baan.
Nummer drie Frans Mahn (Amsterdam, 24 juni 1933) werd ook een succesvol renner. In 1953 won hij de Ronde van Limburg , maar zijn topjaar zou 1956 worden. Twee Nederlandse titels, op de baan won hij de sprint en ook werd hij Nederlands kampioen op de weg bij de amateurs. Het absolute hoogtepunt echter dat jaar was het behalen van het wereldkampioenschap op de weg bij de amateurs. Na zijn actieve periode werd Mahn baancoach van de KNWU, een functie die hij jarenlang bekleedde. Hij overleed in 1995.
Ook andere deelnemers maakten later furore, al was dat niet altijd als wielrenner. De misschien wel bekendste naam op de deelnemerslijst was Jan Charisius uit Leeuwarden, die vooral uitblonk als schaatser. Hij nam deel aan de winterspelen in 1952, maar viel op de 500 meter. In de Elfstedentocht van 1954 eindige hij als derde Het bekendst werd hij echter als official. Op de Olympische winterspelen van 1964 en 1968 was hij chef d’equipe van de schaatsploeg met onder andere Ard Schenk en Kees Verkerk. Later was hij als schaats-scheidsrechter in functie op vele Wereld- en Europese kampioenschappen en Olympische Winterspelen. Hij overleed in 2008.
Henk Krabshuis uit Wierden finishte in de bezemwagen. Later werd hij in de regio bekend als organisator van de Zesdaagse van Twente. De eerste was in 1965, met onder andere de latere wereldkampioen bij de profs Harm Ottenbros aan het vertrek. Krabshuis slaagde erin om van deze zesdaagse een groot succes te maken. Een gouden formule, de publieke belangstelling was enorm.
Waren zijn eigen wielercapaciteiten beperkt, als organisator maakte hij furore.
Toch nog goed terechtgekomen.
Harry Middeljans