Je kunt het natuurlijk diepontluisterend noemen en dat is het ook, maar het is nog veel meer, want het is ook zaligflamboyant. De opkomst en neergang van de tennislegende Boris Becker. Hij werd deze week veroordeeld tot twee en een half jaar cel wegens faillissementsfraude. Dat had zo’n jongen toch niet nodig, zou je zeggen. Dat klopt, maar er kan in een mensenleven veel gebeuren en je hebt niet alles altijd in de hand, ook niet als je Boris Becker bent, of misschien juist niet als je Boris Becker bent. Met een onmiskenbaar groot en machtig talent, maar ook met vele verleidingen in het dagelijks leven.
Hij is 54 jaar en het leven bracht hem alles, van de goudkust tot de dakgoot. Hij tenniste als de beste tennisser van zijn tijd naar schatting 150 miljoen bij elkaar, maar werd vijf jaar geleden failliet verklaard. Dat gebeurde doordat hij een lening van 4,2 miljoen euro voor zijn villa in Mallorca niet kon aflossen. Dat zal veel te maken hebben met zijn levenswijze. Drank en vrouwen, kortom, de levenswijze. Het werd er niet beter op toen hij geen open kaart speelde over bezit en bewijs. Zelf beroept hij zich op overmacht, want zijn adviseurs zouden hem ook belazerd hebben. Die dingen gebeuren.
De essentie is dat niet alle sterke benen en de weelde, de rijkdom en de patsers kunnen weerstaan, ook niet de benen van Becker. Laten we niet vergeten dat Boris Becker tot de beste tennissers ooit ter wereld behoort, tot de dag van nu, want nog altijd de jongste winnaar ooit op het heilige court van Wimbledon. Hij was zeventien jaar, een broekie, maar meteen ook met kracht en kluiten. Met de winst in Londen was Boem Boem Becker in 1985 de revelatie van het mondiale tennis. Zijn opslagen en returns waren raketten. Dat pakt niemand hem af. En het kan zelfs helen als je behalve de goudkust ook de dakgoot kent.
Dat geld en roem ook goldiggers kent is al zo oud als de weg van Heidelberg naar Londen en dat sterke handen en benen lang net altijd samengaan met een sterke wil en dito verstand, ook dat is niet nieuw, want van alle tijden.
Scipio
