Ik pest mijn atleten. Deels met opzet. Erfelijke belasting is verantwoordelijk voor het andere deel. Als ik mijn vader moest geloven kreeg ook hij zijn cynische humor niet van een vreemde. Ik snap overigens de zin van dit verdedigingsmiddel wel. Want dat is het: de kunst om de copen met de teleurstellingen van het leven. Wie zich daartegen teweer stelt door bijtende opmerkingen te plaatsen, slaat als het ware terug. Het is een gevecht tegen alles wat tegen zit of om de deceptie voor zijn door reeds op voorhand tikken uit te delen.
Tegen de atleten zeg ik bijvoorbeeld: “Ik leg uit wat de bedoeling is, maar in eenvoudige bewoordingen zodat zelfs jullie het begrijpen.” Of: “Jullie moeten nu tweetallen vormen. Probeer iemand te vinden die je sympathiek vindt, maar dat zal in deze groep niet meevallen.” Ook: “De trage atleten mogen vanaf dit punt starten. De hele trage atleten hoeven wat minder ver te lopen en beginnen daar.” Wanneer men op een laag tempo rent, pleeg ik te schreeuwen: “Lóóp dan toch, kreng!” Een ander voorbeeld: “Ik begin nu met een poging om jullie efficiënt en mooi te laten lopen. Vanzelfsprekend wordt het niks, want jullie zijn behept met de verkeerde genen. Kijk dan maar naar mij en zie hoe het had kunnen zijn.”
Dit is een bloemlezing uit de reeks cynische aanwijzingen, maar het is niet het uitsluitend kwetsend bedoeld. Laat mij uitleggen. De gemiddelde trainer is gefocust op één ding: een toenemende conditie van de atleten. Aan de hand van mijn inmiddels veertigjarige carrière als looptrainer kan ik u zeggen, dat zulks geheid op een teleurstelling uitloopt. Dat komt a) omdat er een plafond zit aan de mogelijkheden van de loper en b) aangezien ze ouder worden – mag je althans hopen – zal op enig moment de prestatiecurve onherroepelijk een dalende trend zien. Wat evenwel voor verbetering vatbaar is èn blijft, is de geestesgesteldheid. Daarom ben ik reeds decennia bezig om mijn atleten mentaal af te breken, waarna er een moment komt om de geestelijke gezondheid weer op te bouwen, zodat er een spiritueel fitte en weerbare loper overblijft. Dat is mijn doel. Het bijkomende voordeel is, dat startende lopers die zich een hoedje schrikken van de aan beledigingen grenzende commentaren van deze trainer en soms verdoofd van schrik en psychisch gebroken op het tartan gaan zitten (in enkele gevallen huilend), kennelijk niet uit het juiste hout gesneden zijn. Fijnbesnaarde types en van empathie overlopende softies mogen wat mij betreft de wijk nemen en zich onder de hoede stellen van aardige trainers die zich nimmer laten betrappen op een minder sympathieke uitspraak.
Enfin, ik heb uitgelegd wat de mores van mijn groep is en waarom ik daarvoor gekozen heb. Ik nodig u van harte uit om eens te komen kijken. Maar het zal u niet meevallen.
Erik Endlich