Wie collectief sport bedrijft, geeft wat van zijn of haar of het privacy prijs. Onwillekeurig wordt tijdens de training gesproken over ieders professie, wat deze en gene aan hobby’s heeft en hoe de thuissituatie is. Doorstaan leed, vreugdevolle gebeurtenissen, een traumaatje hier of daar – dit alles wordt niet uit de weg gegaan. Deze en andere details komen voort uit een soort kameradie, welke ontstaat wanneer lieden elkaar regelmatig en tijdens een gezamenlijke activiteit ontmoeten. Bij de loopsport is dat zeker het geval. Ik weet niet hoe het bijvoorbeeld bij de biljartsport of het curling is, maar lopen is in zekere zin lijden en het bindt indien de atleten om je heen ook het snot voor de ogen rennen.
Bijgevolg worden in de gezamenlijk appgroep ook zonder schroom foto’s gedeeld, waarop niet iedereen perse op het voordeligst opstaat. Draden kwijl, vertrokken monden, gekromde ruggen, moeizame motoriek: dat alles is op die opnames te zien. Maar het deert niet, want het was een collectieve ervaring. Ik moet de atleet nog ontmoeten die zegt: wil je mij uit die opnames wissen, een balkje voor de ogen doen, geheel zwart maken?
Dat noemen ze nu gedeelde vreugd. Hoe anders is dat in de buitenwereld. U moet weten: ik draag lenzen. Neen, geen ontboezeming die verwondering wekt, al deel ik met u dat toen ik in clubverband ging sporten (ongeveer een mensenleven geleden) ik met jampotglazen tussen een vliegermodelbril – dat was destijds in – ik ongeveer om de minuut met de rechterwijsvinger tegen de brug van de bril drukte, daar deze vanwege het zweet telkens een stukje van mijn neus gleed. Tot zover de verklaring van mijn lenzenbezit.
Enfin, ook lenzen zijn maar een hulpmiddel en met mijn grove vingers en dito motoriek scheurt er wel eens eentje, dus moest er een extra set lenzen komen. Ik was aan het werk, dus belde de eega de lenzenboer. Deze repliceerde door te zeggen dat mevrouw dat niet mocht doen, dit vanwege de privacywetgeving. Alleen ik mocht bellen en bestellen. Dat deed ik kort daarop en geïrriteerd, waarbij ik een reeks vragen kreeg, kennelijk om te achterhalen dat ik het was die dat setje lenzen beliefde te ontvangen: geboortedatum, naam en toenaam, postcode, nummer van mijn woonadres, sedert wanneer ik die lenzen ontving, waarom ik nieuwe wilde, wat mijn geslacht was. Toen ik de vraag stelde waarom mijn eega die achterlijke lenzen niet mocht bestellen, vertelde de met lijzige stem pratende lenzenhelpdeskmevrouw dat dit wel mocht indien ik verklaarde: hoe haar volledige en oorspronkelijke naam is en was, haar geboortedatum en adres met postcode en huisnummer, in welke verhouding zij tot mij stond of staat, of ze zelf ook lenzen heeft of ooit gehad en ten slotte wat haar Burgerservicenummer is. Inmiddels had ik die dame al 23 minuten aan de lijn.
Ze zal vast wel aan sport doen.
Erik Endlich