De voetbalvereniging SV Enter bestaat een eeuw. Of ik daar een verhaaltje van zou kunnen maken, was de vraag. Dat kan, want er was een periode dat ik geregeld naar het sportpark Krompatte fietste. Zoals naar vele sportparken waar werd gevoetbald. Het was de tijd van de Weekendtopper. Elk weekend minstens één wedstrijd, vaak twee, want des zaterdags én des zondags. Ik deed dat omdat ik het een prima vrijetijdsbesteding vond. Journalistiek is eigenlijk geen werk en moet tóch worden betaald, want tijd en kennis. Ik deed het overigens uit aandrift en omdat het voor de rest van de week veel nieuws opleverde. Nergens zoveel primeurs als langs de lijn. En mooie verhalen.
Ach ja, de Weekendtopper. Dat was nog de tijd van en een zelfstandige Twentsche Courant zaliger nagedachtenis. Op de dag van het betreurenswaardige besluit die krant op te heffen door er een reclamefuik van te maken, heb ik ontslag genomen. Liever van binnen rijk dan van buiten. Ik kreeg er ook geen cent voor, zag het als hobby.
Elke wedstrijd was een belevenis, van HSC’21 uit (waarvoor ik op en neer naar Rheden fietste) tot Langeveen uit (waarvoor ik heen en terug naar zaal De Waaijer pedaleerde). Ik mocht ook graag in Enter naar een wedstrijd kijken, zowel bij de zwartwitten van de Werf als bij roodwitten van Krompatte. Doorgaans was ik ruim op tijd, want je hoort als verslaggever het meest van het volk langs de lijn én in de bestuurskamer, ook over andere zaken dan, want je spreekt tal van mensen, die op je van alles vertellen, ‘maar iej hebt het neet van miej,’ Zo vergaarde ik op één middag wel voor een week nieuwsberichten. Kom er nog eens om, net wat u zegt, u wat zegt.
Afijn, dit stukje moet over het jubileum van SV Enter gaan, want een eeuw is niet niks. Het was me een ongeregeld genoegen een wedstrijd van die club te bezoeken, ook vanwege de randzaken, zoals de echte wedstrijd, want die speelde zich in de kantine af en ging tussen Grolsch en Brand. Een van die twee had een contract, de ander werd ‘onder de tap’ illegaal verkocht. Ik heb daar naar gevraagd, bij voorzitter Henk Otten, secretatis, Alphons Heering, oud-voorzitter Henk Keizer, zelfbenoemd adviseur Albert Velten, ondernemer Tonny aan de Stegge, clubicoon Hans Polko, toenmalig raadslid burgemeester Benard Kobes, kreeg nooit antwoord, wél bier, veel bier, maar dat kon, want ik was altoos per fiets.
Er is in vele verhalen uit de roemruchte geschiedenis van SV Enter veel dat pleit voor het behoud van de club, maar ja, zoals het met kranten is gegaan, dreigt het ook te gaan met verenigingen. Alle van waard is weerloos, weten we sinds Lucebert. Want in dit tijdsgericht tellen historie en traditie steeds minder. Als de kerken leeglopen, overtuigingen ouderwets worden gevonden, tradities als oud vuil aan de weg worden gezet, als de Heilige Antonius Abt nota beide bene neemt, Cecilia en Irene uit arren moede samen gaan, musicerend op weg naar het einde gaan, dan weet je hoe laat het is.
Het ergste moet worden gevreesd, zoveel staat vast, al draait wereld vast nog wel even door, in elk geval zolang de zon blijft schijnen én tot onze zintuigen mettertijd worden geïmplanteerd door een fusiemaker.
Vandaag overleed op 92-jarige leeftijd Remco Campert, van wie volgende regels zijn:
Verzet begint niet met grote woorden
maar met kleine daden
zoals storm met zacht geritsel in de tuin
of de kat die de kolder in zijn kop krijgt
zoals brede rivieren
met een kleine bron
verscholen in het woud
zoals een vuurzee
met dezelfde lucifer
die een sigaret aansteekt
zoals liefde met een blik
een aanraking iets wat je opvalt in een stem
jezelf een vraag stellen
daarmee begint verzet