Hebben wij het over sportieve prestaties – en hoe vaak is dat niet het geval vanaf deze plek – dan gaat het vanzelfsprekend over menselijke inspanningen. Toegegeven: de hippische sport en die waarin knaagdieren en vogels een rol spelen is hier nimmer aan de orde geweest. Mocht u zich afvragen wat konijnen, cavia’s en de gevleugelde vrienden te maken hebben met sport, dan moet u zich maar eens wenden tot de verenigingen en clubs die zich met dit gedierte bezighouden: de leden fokken zich een slag in de rondte en lopen vervolgens talloze tentoonstellingen af teneinde een beker te scoren. Om van de duiven, die in exotische negorijen worden gelost en vervolgens huiswaarts keren, maar te zwijgen. Goed, zien u en ik daar niet direct een fysieke inspanning in, bedoelde lieden hebben daar een heel andere kijk op.
Enfin, we laten bedoelde sympathieke maar voor ons nutteloze beesten voor wat ze zijn, teneinde ons te concentreren op de diersoort die een geheel andere betekenis voor ons heeft: de hond. Je kunt op welk tijdstip van de dag dan ook een stukje gaan rennen, de kans dat je meerdere honden op je pad vindt, is tamelijk groot. Daarbij is de hinder die je als loper ondervindt, aanzienlijk. Dat hangt wel af van het soort hond en de kans dat u in zijn of haar excrementen stapt. Lekker dan – maar niet heus. Je loopschoenen krijgen er wel extra demping door.
Als bij mensen zijn sommige honden sportief en anderen weer niet. Van de buldog is bijvoorbeeld bekend, dat deze soort een hekel heeft aan een inspanning die langer duurt dan een kwartier. De windhond daarentegen rent als een bezetene en blijft dat doen totdat deze erbij neervalt. De associatie met een lange afstandsloper ligt voor de hand. Een retriever (golden dan wel labrador) haalt iets op uit het water en zou in de mensenwereld een waterpoloër zijn. Wij zelf beschikken overigens over een type, dat wij kennen uit de Engelse royalty: de corgi. Een merkwaardig lange hond met op de hoeken minipootjes. Het zijn herdershonden, die dus vee opdrijven. We hebben twee van deze soort, waarvan er één recent een nogal traumatische confrontatie ervaarde toen een pitbull, door sommigen “stafford” genoemd, zijn tanden in de achterpoot van onze vluchtende teef zette. De baas, een blik bier nog in de hand, kon de kaken van zijn ondier met veel geweld openkrijgen, zodat mijn door merg en been jankende corgi hevig bloedend mijn kant op kon hinken.
Vervolgens gingen baas en bijtbeest er vandoor. Was die pitbull een mens geweest, dan hadden we vermoedelijk te maken gehad met een geharde MMA-fighter. Ons gekwetste dier was denk ik geen onverdienstelijk voetballer geweest, indien men de koe inwisselt voor een voetbal. Ergo: voetballer ontmoet hooligan van de tegenstander.
Nu nog de baas opsporen. Voor een ouderwetse bokspartij.
Erik Endlich