Wandelen verhoudt zich tot hardlopen zoals een e-biker niet te vergelijken is met een wielrenner – zonder hulpmotor welteverstaan. Wie als atleet de spikes aan de wilgen hangt en bij de ANWB kekke wandelschoenen scoort, is voor eeuwig verdoemd. Het komt nooit meer goed, de vlotte duurloop is passé en het verval treedt in. Er is natuurlijk een uitzondering, namelijk de herstelwandel. Wie peesleed heeft, de gewrichten voelt protesteren dan wel steken in de hamstrings ervaart, kan maar beter gaan wandelen. Op voorwaarde dat u het niet verder vertelt: wandelen is gezonder. Maar ja, in huis blijven en niet de straat op gaan is eveneens beter voor het behoud van je stoffelijke zelf, want verkeer en nare medemensen kunnen je levensgeluk pardoes naar de ratsmodé helpen.
Maar geen risico’s nemen is ook zo wat.
Dat opgemerkt hebbende kunnen u en ik als een gek gaan rennen en de zegeningen van het bewegingsapparaat bejubelen, de kans dat het misgaat is niet zeer klein. De passen die ons gezwind over de paden jagen, bezorgen de fysiek soms drie keer het lichaamsgewicht, zo constateerden inspanningsfysiologen. Nu is mijn gewicht in verhouding tot mijn aanmerkelijke lengte verontrustend laag, niettemin voel ik hoe de knieën minder content zijn met dat hardlopen. Waar ik Unverfroren derwaarts bikkel, leggen anderen het hoofd in de schoot en de handdoek in de ring en gaan wandelen. Inmiddels heeft zich van onze tamelijk aanzienlijke loopgroep (in aantal, niet zozeer qua omvang van de deelnemers) een toenemend aantal mensen losgemaakt dat als het ware therapeutisch is gaan wandelen.
Zij verzamelen zich waar wij ons ophouden, dus bij de tartanbaan dan wel in het bos,. Waar wij de knollen op hebben en nahijgend van de inspanningen op onze hurken zitten, arriveert het wandelclubje blij koutend en voegt zich bij ons, belangstellend informerend hoe het ons vergaan is. Ons gerochel zegt genoeg.
Zal ik ook ooit bodemcontact houden en dus de ferme renpas verruilen voor de korte maar kittige wandelstap? Met andere woorden: zal ik capituleren, zoals uiteindelijk het Russische leger?
Er is nog zoiets als een tussenweg. Ooit heb ik de cursus “sportief wandelen” gevolgd. Vooral omdat die cursusdag nu eens niet op een in het westen des lands gelegen plek werd gehouden, maar nota bene op onze eigen kunststofbaan. De essentie van deze beweging is, dat men in een snelwandeltempo en daarbij driftig met de armen bewegend de kilometers aaneen rijgt. Het heeft iets van een wereldvreemde professor die fluks op weg is naar zijn faculteit. Voordeel is wel, dat dit soort van gewandel aanmerkelijk dynamischer oogt – en is. Nu, deze variatie op het wandelen kan mijn nog wel bekoren. Hoewel het natuurlijk een uitstel van executie is. De weg naar looprek of scootmobiel is immers geplaveid met goede voornemens. In die situatie zal ik u niet langer vanaf deze plek berichten.
Erik Endlich