Omdat mijn vader vroeger een enorme sportfreak was, viel de appel niet ver van de boom .De eerste jaren van mijn leven groeide ik op in Amsterdam en het kwam vaak voor dat ik samen met pa en mijn broertje René naar het Olympisch Stadion ging. Soms een wedstrijd van FC Amsterdam (Ajax never nooit!), maar meestal naar het speedway of nog vaker naar het baanwielrennen.
Namen die mij nog helder voor de geest staan zijn Heini Otto van FC Amsterdam, Henny Kroeze de speedwaykampioen, Lijn Loevesijn, de voormalige wereldkampioen op de sprint bij het baanwielrennen en wijlen ‘Noppie’ Koch, de legendarische gangmaker.
Ik vond het geweldig om met die ouwe en René naar het voetbal, speedway en baanwielrennen te gaan. Ook gingen we vaak naar het honkbal, weliswaar niet in Amsterdam, maar naar de Haarlemse honkbalweek. Een honkbalnaam die mij gelijk te binnen schiet, is natuurlijk Charly Urbanus. Voetbal, speedway, wielrennen en honkbal: het zijn nog steeds mijn favoriete sporten. Nu de Tour de France alweer ruim twee weken bezig is, gaan mijn gedachten onwillekeurig terug in de tijd.
In de vakantie ging ik altijd een paar weken logeren bij mijn oma op camping de Zeereep in Zandvoort. Deze camping was pal achter het racecircuit en daardoor heb ik ook veel Formule 1-wedstrijden gezien. Het maakte diepe indruk op mij. Jacky Stewart, Emerson Fittipaldi, Ronnie Peterson: alleen die namen al… En ik heb ze gezien!
Maar ik had het over de Tour de France… Op camping de Zeereep had ik een vriendje. Ron was zijn naam, ik keek een beetje tegen hem op, want hij was ouder en veel langer. Wij hadden onze eigen Tour: de Ronde van de Zeereep. Elke dag hadden wij een etappe op of rond de Zeereep, zolang de Tour de France duurde. Ik had een oranje fietsje, een prachtige shopper met zo’n hoog stuur. Ron daarentegen had een echte wielrenner. Hij was ouder en ook zijn materiaal was veel beter.
Was er een tijdrit in de Tour, dan hadden wij ook een race tegen de klok in Zandvoort aan zee. Gingen Zoetemelk en co de bergen in, dan pakten wij de duinen achter de camping. Toen ik een keer vol op mijn shopperstuur terecht kwam, met mijn mond vol wisselende tanden (rit Zandvoort – Bloemendaal), heb ik drie dagen bij oma in de caravan moeten bijkomen. Ik had even genoeg van wielrennen, gelukkig mocht ik van mijn vriendje Ron vier dagen na het ongelukje weer meedoen aan de Tour de Zeereep.
Nooit heb ik een etappe gewonnen, nooit heb ik in onze zelfgemaakte gele trui mogen rondrijden, nooit heb ik de ronde van de Zeereep gewonnen, maar wat er over blijft zijn mooie jeugdherinneringen en dat is natuurlijk veel meer waard dan het winnen van de Tour de Zeereep…
Wat grappig om te lezen ! Zit toevallig op internet te zoeken naar verhalen en foto’s van de Zeereep omdat wij daar ook stonden ! Mijn broer kwam vandaag met een foto van de camping op de proppen met daarop een jongetje met een race fiets en dus moest ik meteen aan jou verhaal dat ik dus bij toeval tegen kwam denken ? Ik kan hier helaas de foto niet plaatsen ?