Geschiedenis, een van de leukste dingen om je mee bezig te houden. Voor mij is dat vooral de geschiedenis van de wielersport. En juist vandaag wordt een traditie weer in ere hersteld, Enter heeft weer een nationale veldrit. Weliswaar nog geen volledig programma, maar je moet ergens beginnen. Jeugd, nieuwelingen, amateurs, dat is het, geen elite-renners, geen vrouwencategorie. Maar laten we blij zijn met wat er wel is, dit zal, de Enternaren kennende, vast een meer uitgebreide opvolging krijgen.
Ik heb goede herinneringen aan mijn eerste veldrit in Enter als speaker. Een cross in het najaar van 1978, zal november geweest zijn. Mijn eerste cross. Ik deed het op mijn manier, met veel info over de renners, etc. Het bleek aan te slaan, kreeg zelfs vanuit de commissie veldrijden een reactie. Het was het begin van een hele serie nationale veldritten die ik in het gehele land mocht verslaan, met diverse Nederlandse Kampioenschappen en zelfs een WK, in Oss, 1984.
Was de genoemde veldrit een normale veldrit op de Nationale kalender, in Enter denkt men altijd groter, en dus moest er, ook al vanwege wereldtopper Hennie Stamsnijder een internationale veldrit komen. De Cross der Azen werd geboren, een titel die het nodige deed verwachten, en dat ook volledig waarmaakte. De complete wereldtop stortte zich in de Enterse modder, namen die tot de verbeelding spraken, zoals Klaus Peter Thaler, Roland Liboton, Milos Fisera, Albert Zweifel, en natuurlijk Hennie Stamsnijder en Reinier Groenendaal, de Nederlandse toppers, beter gezegd Nederlandse wereldtoppers. De sterkst bezette veldrit ooit in Nederland tot dat moment. Winnaar werd Reinier Groenendaal. Slecht geloot, op de laatste rij gestart, en toch winnen. Groenendaal in topvorm. Drie keer werd de cross der Azen georganiseerd, na Groenendaal won Hennie Stamsnijder twee keer, waarvan één keer als wereldkampioen. Maar die eerste, op het soppige, kletsnatte parcours, landbouwgrond als ondergrond, groeide uit tot een legendarische race. En legendarisch zijn ook de verhalen, bijv. die over de wielerschoen die in de modder verdween en nooit meer teruggevonden werd. Heerlijk.
Echt grote wedstrijden zijn er niet meer in Nederland, behalve enkele wereldbekerwedstrijden. De Super Prestige wordt na het afschieten van Gieten zelfs in zijn geheel in België verreden. Niet meer te organiseren, niet alleen door de kosten, maar vooral omdat de kalender overvol zit. Wie tegenwoordig buiten België wil organiseren moet of een WB-start hebben bemachtigd of kiezen voor een nationale wedstrijd. Zoals in Enter. Hulde aan die organisatoren, hopelijk wordt het een blijvertje op de kalender.
Al wordt het nooit meer als voorheen. Met dank aan de Belgen.
Harry Middeljans