Zaterdag 23 november 2024
Twentesport

Monddood

Geplaatst op 29 december 2022 door   ·   Geen reacties

Max Verstappen werd vorige week woensdag gekozen tot Sportman van het Jaar. Een paar dagen eerder speelde De Dijk het laatste concert in Paradiso. Dat deze twee gebeurtenissen vrijwel tegelijkertijd plaats vonden, zegt veel over de gapende kloof tussen de culturele verschillen in Nederland. Max Verstappen is kitsch, De Dijk is kunst. ik citeer een autoriteit als Ben de Graaf, ex-chef sport van De Volkskrant: ‘Gemotoriseerde sport is geen sport. Dat met die Verstappen is een hype. Puur chauvinisme. Straks als hij weg is, lees je er niks meer over.’ Zelden ben ik het met iemand zo hartgrondig eens geweest. Het absolute dieptepunt van de vaderlandse journalistiek als zogenaamd onafhankelijk mediapodium beleefden we op 12 december 2021 toen vier volwassen mannen live in prime time op Ziggo spontaan begonnen te huilen omdat Verstappen voor de eerste keer wereldkampioen werd.

Alles aan de Formule I is nep, fake news, klatergoud, piepschuim. Het is ganzenborden zonder put. Slechte champagne, bijtend maagzuur. Donald Trump, Wolter Kroes. Impotent latex, gecultiveerde glamour. Zandvoortse pooierij, de schickeria van Aad de Mos. Rumbonen zonder rum. Prins Bernhard junior en daar moet een piemel in, het komt allemaal vanuit een pruttelende onderbuik gestroomlijnd samen in de Schilderswijk van het asfalt, op het altaar van kapsones, zwendel en wansmaak.

Eén regel van De Dijk (‘Met bonzend hart als wichelroede’) is voor de eeuwigheid, ver verheven boven de puberale rijmelarijporno die ons wil doen geloven dat zwemmen rijmt op Bacardi Lemon, als in een cryptogram van de Action. ‘Met bonzend hart als wichelroede’, leg dat maar eens uit aan de proleten en de prutsers in het hitparadecrematorium. Het enige voordeel van het amusementsabattoir is dat mensen in ons land mogen zeggen, schrijven en vinden wat ze willen. Dat is de hoogste prijs die we met z’n allen betalen voor het standpuntenkerkhof dat we met een stoer woord democratie noemen. Ook die vrijheid is in de Formule I ver te zoeken, of om een flauwe woordspeling te hanteren: sterk aan banden gelegd. (Met de complimenten van Pirelli, u weet wel, van die vrouwvriendelijke pitspoezenkalenders.)

Coureurs mogen geen maatschappelijke standpunten op hun uniformen uiten. Lewis Hamilton en Sebastian Vettel wilden nog wel eens voor hun mening uitkomen, met een tekst op een T-shirt. Voor het milieu, bijvoorbeeld, of het klimaat. (Max Verstappen niet. Die chartert voor een ritje van Cannes naar Nice, 25 kilometer lang, liever zijn Falcon. Onze kerosineslurper denkt dat Greta Thunberg een volle nicht van een Noorse collega is.) Het circuit is in handen van sjeiks en emirs, die ons gijzelen met hun olie en hun gas als koloniaal glijmiddel voor serviele knipmessen, en liever geen wisselgeld terugzien in de vorm van kritische commentaren op de geknevelde mensenrechten in hun vermaledijde knekelhuizen, met onthoofding, verminking en steniging als core business. Wel mogen we hun zegelring kussen. Het voetbal hebben ze al ingepalmd, in de promotie van het WK 2030 in Saoedie-Arabië staan Messi en Ronaldo voor honderden miljoenen op hun loonlijst, Mbappé en Neymar zullen even spoedig als onvermijdelijk volgen via het moderne slavernijfiliaal in Parijs. Ik had liever gezien dat ze alleen de Formule I monddood hadden gemaakt. Mag het licht uit?

Peter Bonder

 

Delen is sportief

Reacties (0)




Archief