Lapland, het Finse deel ervan. Ik was er vorig jaar, tegen het eind van hun winterperiode. Denk er nog vaak aan, wintersportvakantie op zijn Fins. Net boven de poolcirkel, enkele kilometers van de Fins-Russische grens. Een natuur als uit een sprookje, de rust, de eindeloze bossen, de loipes, waarop soms een langlaufer voorbij kwam. Maar ook de Finse stugheid, de meeste Lappen groeten niet terug. Wie de rust zoekt is hier op zijn plaats. Het leent zich voor uitrusten, voor je kop leegmaken, voor heerlijk eten, en je ontdekt ook andere sporten. Hoewel, ijsvissen als sport, het is in ieder geval niet ( meer ) aan mij besteed.
Vanuit ons huisje keken we uit op de skipiste van het plaatsje Salla, waar de plaatselijke VVV zelf al “ in the middle of nowhere “ aan had toegevoegd. Geen woord aan gelogen. Een oase van rust vergeleken met de pistes in Oostenrijk, Frankrijk en Italië, en vrijwel alle wintersportlanden die je maar kunt bedenken. Slechts enkele mensen “bevolkten” de pistes, meer dan vier tegelijk heb ik er niet gezien. Al moet ik zeggen dat de piste iets verderop relatief druk was met ongeveer 8 skiërs.
Nee, voor de alpine-nummers zoek je je heil niet in Finland. Voor de langlaufers is het een eldorado. Ontelbare loipes doorkruisen de uitgestrekte bossen. Maar druk was het niet op die loipes, wel net zo fijn of ik was er misschien in de verkeerde tijd. Maar voor de fervente langlaufer heb ik maar één raad: er heen, of denk er tenminste over na.
Op onze laatste dag in dat uitgestrekte sprookjesbos dat Lapland heet kwamen we in aanraking met een typisch Lapse sport. Op het bevroren meer bij onze verblijfplaats was een circuit van een km lengte uitgezet, in een hoefijzervorm. Met onze wandelingen hadden we de rode visnetten (??) die het parcours aangaven al gezien. Het bleek een parcours voor de rendierraces. Samengevat: een rendier, een skiër, een touw om de skiër te trekken – zelf vasthouden – en een touw waarmee de skiër het rendier kon proberen op te porren naar een hogere snelheid. Vergelijk het met de paardensport, geen sulky maar een paar ski’s.
De start vond plaats met zesdeelnemers, het vertrek was vanuit een starthok. En als de poortjes openklapten was het onmiddellijk strijd. Als deelnemer kun je weinig, het rendier bepaald. De snelheden liepen op tot 60 – 65 km per uur. De enige bocht was meteen het grote obstakel voor de skiërs, als het mis ging was het daar, en valpartij van de skiër. Tot grote vreugde van het betreffende rendier, geen zware last meer achter je, rennen maar. Vaak kwam het ook nog als eerste over de streep. En op de finishlijn lieten de skiërs dan het touw los, en renden de gangmakers een fuik in waar ze werden opgevangen.
Ik vond het fascinerend. Niet alleen de races, maar ook de gehele organisatie er omheen. Het leek wel een wielerwedstrijd. Eettentjes, merchandising, de kilometers ver dragende stem van de speaker, verkeersregelaars, de gesloten skipiste vanwege het parkeren, professioneel opgezet. Druk ? Niet voor Nederlandse begrippen, wel voor Finse Laplanders. Maar het leefde, er werd naar uitgezien, er werd vooraf over gesproken, jaarlijks georganiseerd, een groot evenement tot in de verre regio. Het hield de gemoederen bezig. En dan is het aantal toeschouwers niet echt belangrijk.
Uitgekeken op de Alpenlanden, iets anders eens proberen ? Doe eens gek.
Terug naar de pure natuur.
Harry Middeljans