De Tireno en Parijs Nice zitten er weer op. Met dezelfde winnaars als vorig jaar maar dan wel allebei verhuisd naar die andere wedstrijd. Tadej Pogacar won nu dus Parijs – Nice, Primoz Roglic de Tireno. Beiden renners wonnen drie etappes, je kunt dus eigenlijk nu al de eerste conclusie van dit seizoen trekken: ze zijn gewoon uitwisselbaar, die Slovenen. Maar zeker Pogacar, die dit jaar al op een totaal van 9 overwinningen staat, heeft een start om van te dromen. Daar stelt Roglic zijn afwezigheid in het peloton tegenover sinds zijn opgave in de Tour de France van vorig jaar. Als je dan zo de draad weer op kunt pakken, dan ben je echt weer helemaal terug.
Ook het klassiekerseizoen is met de Strade Bianche op gang geschoten. Een duidelijk beeld heeft dat nog niet opgeleverd, maar na Milaan-San Remo zal de eerste conclusie getrokken kunnen worden. Voorspellen is een koffiedik kijken in optima forma. Pidcock kun je doorhalen, Wout van Aert haal je nooit door, ook Mathieu van der Poel kan zo maar winnen, en ook …nou, vul maar iemand in, en doe dat ook met 15 anderen, want de tocht langs zee naar San Remo levert vaak verrassende winnaars op. Wie de Poggio het best verteert komt heel ver.
In België zijn de voorjaarsklassiekers ook in volle gang. De grote monumenten moeten nog komen maar met o.a. de Omloop en Kuurne – Brussel -Kuurne is het startschot dus gegeven. Het mooiste van die koersen speelt zich altijd af na de finishlijn. Daar staan de echte helden gereed, de mannen die moeten zorgen dat de eerste drie z.s.m. naar het podium worden begeleid. Een mooi gezicht altijd, de achter de gefinishte renners aanrennende stewards. Ik vraag me af hoe die mannen geselecteerd worden. Aan wat voor eisen moeten ze voldoen, is er een opleiding, misschien wel een examen? Wat daarnaast opvalt, ze lijken wel uitwisselbaar, zien er niet als atleten uit en hebben weinig conditie. En de uitloopstroken lijken daarnaast steeds langer te worden.
Ik heb er lang over nagedacht en denk het antwoord met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid te weten. De bierbuiken, de hijgende borstkassen, het rennen in een steeds langzamer tempo, dit moeten de stamgasten van het dichtstbijzijnde café zijn. De gezichten gespannen op weg naar de nummers 1, 2 en 3. Zorgen dat ze er eerder zijn dan de fotografen en de nieuwsjagers zodat ze goed in beeld komen op de televisie. En zo snel mogelijk met de renner op weg richting het podium. De renner op de fiets, de begeleider hardlopend met steeds meer zweet op het voorhoofd proberend in de buurt van zijn renner te blijven.
Toen bij een van de wedstrijden de camera’s tijdens deze martelgang even wat andere beelden toonden en een minuut later terug keerden bij de winnaar, die nog steeds op weg naar het podium was, rolde ik van mijn stoel van het lachen. Want wie fietste daar in het zog van de renner? Juist geraden, de steward, zijn buik op de stang, trots om zich heen kijkend, genietend van zijn geniale ingeving om onderweg een fiets te grijpen, op weg met zijn renner naar de huldiging. Voor mij was dat de echte winnaar.
Hij zal er zeker enkele op gedronken hebben.
Harry Middeljans