Alex Pastoor begon in 1990 als speler van De Duinranders in Schoorl het zaalvoetbalteam Paal 29 te trainen. Zondagmiddag gaf hij op ESPN voor de KKD- topper van zijn club Almere City tegen NAC Breda een college over voetbal alsof hij het spelletje hoogst persoonlijk had uitgevonden. Vergeleken met hem was Louis van Gaal het schoolvoorbeeld van een verlegen beginner met een bescheiden conduitestaat. Ruim drie uur later had zijn team redelijk kansloos met 0-2 verloren, maar de toon was gezet en het beeld was bepaald: aan Alex Pastoor had het dus niet gelegen. (‘Het gaat erom dat je kunt wat je doet.’) De voorzitter, penningmeester, secretaris én enigst erelid van de FC Bluf, Bral & Branie kan op z’n zachtst gezegd enig zelfvertrouwen niet ontzegd worden. Datzelfde geldt, zij het in iets mindere mate, voor Arne Slot, maar die heeft tenminste wat meer recht van spreken. Wat hij dit seizoen met Feyenoord heeft gedaan, is uitzonderlijk knap en verdient uitsluitend lof.
Des te opvallender vond ik zijn uitspraak na de ontspoorde bekerfinale tussen Ajax en PSV, dat de Zuid-Amerikanen in zijn team zich hadden verbaasd over alle ophef. Dit was bij hen thuis heel gewoon en hoorde er nu eenmaal bij. Even afgezien van het feit, dat zijn Mexicaanse midvoor Gimenez tot nu toe niet op vals spel te betrappen is geweest: hij zal toch moeten erkennen dat toneelspelers als Neymar, Alvarez, Antony en Fernandes (die we er als Portugees voor het gemak maar even bijrekenen) het voetbal vermoorden met hun Schwalbes en andere vormen van wangedrag? Had hij dan niet gehoord van de tien rode kaarten in de Argentijnse bekerfinale tussen Boca Juniors en Racing Club? Juist hij zou, als winnende trainer met een dwingende voorbeeldfunctie, dat aan de kaak moeten stellen. En anders moet hij maar eens in de leer bij zijn collega Alex Pastoor die in 1990 als speler van De Duinranders in Schoorl het zaalvoetbalteam Paal 29 begon te trainen – nadat hij hoogst persoonlijk het voetbal had uitgevonden.
Peter Bonder