Heet en sport gaan niet samen – zo heet het. Dan is wel de consequentie dat atletische inspanning tijdens de zomerse dagen taboe is. Een kwestie van klimaatverandering, met dank aan de vervuilers. Zeker, de sporter kan in de vroege of late uren van de dag zijn inspanning leveren, maar de eigen ervaring leert dat weliswaar de temperatuur te harden is – men dient in de duisternis van huis te gaan – de luchtkwaliteit is dat niet. Vanmorgen ging ik reeds voor de doorgaans veeltallige hondenbezitters de deur uit. Deze dag-en-dauwactie verhinderde niet, dat de luchtkwaliteit die van New Delhi in India benaderde, hetgeen erger dan verontrustend is. Rochelend en kuchend reeg ik een zevental kilometers aaneen, in een tempo dat de echte duurloper smalend “vogeltjeskijken” noemt. Niettemin hoestte ik ongeveer mijn longen uit, die in dat geval er vermoedelijk uit hadden gezien als zwartgeblakerd barbecuevlees. Met dank aan industrie en intensieve veeteelt.
Helemaal niet meer sporten is ook niet wat. Het leidt in het algemeen tot vadsigheid, dichtslibbende aders en een blijvend gevoel van misère. Kortom, het is een kiezen uit twee kwaden.
Dus dan toch maar zomers de sportschoenen aan en deze ook nog eens intensief gebruiken. Het scheelt dus enigszins dat mijn loopgroepen zich des s-avonds of vroeg in de morgen aan mijn nukken onderwerpen. In de zomer laat ik ze vaak korte stukjes lopen. Maar dan wel in een monsterlijk hoog tempo, opdat de aldus opgedane snelheid vruchten afwerpt in wat de “heerlijke periode” wordt genoemd, namelijk herfst en winter. Enfin, in de zomer storten ze vaak halverwege de training ter aarde. Ze zweten dan hevig en piepen als een oude schuurdeur. Dat is niet mijn schuld, want ik roep uit verzekeringstechnisch oogpunt steeds dat alles op eigen risico is. Dat heb ik van mijn financieel adviseur, tevens eega. Zelf schreeuw ik tevens aanwijzingen, ondertussen mijn keel smerend met koele dranken. Daarbij sta ik in de schaduw. Dit alles doe ik voor mijn atleten, die immers zonder trainer kunnen inpakken -moe of niet.
Daarbij las ik soms een drinkpauze in, door ze te verwijzen naar de kantine waar voor min of meer billijke prijzen een drankje kan worden gescoord. Dat dient het welzijn van de sporters en leidt tevens tot een aardige cashflow in onze drinkkeet, waarmee dan trainers kunnen worden bekostigd.
Nu, al met al is het bikkelen in deze hete periode, dat zal geen zinnig mens bestrijden. Heb ik u reeds gewezen op het belang van insmeren? Met antitekenspul bedoel ik. Want we lopen regelmatig in het bos, waar de temperatuur meevalt maar het gevaar op infecties op de loer ligt. Wie uit het bos komt, kan ook nog eens de huid verbranden, dus dient ook daartegen gesmeerd te worden.
Nu: is smeer ‘m weer.
Erik Endlich