Ongeveer vijf minuten voor het einde van de eerste helft, vrijdagavond in de Beugel Bunker bij het afscheid van Wout Brama, zullen de bewoners van Loppersum en omgeving zich rot geschrokken zijn. Nee hè, niet weer. Hadden ze net de ergste scheuren in hun huizen eindelijk hersteld, kwam er wéér een aardbeving overheen.
Even later konden ze opgelucht ademhalen: het was de naschok van de landing die Theo Janssen maakte na een voorzichtige poging om de zwaartekracht te tarten, wat met zijn uitgedijde postuur een bij voorbaat kansloze onderneming was, hoewel hij in zijn linkervoet nog altijd meer klasse heeft dan menig eredivisiespeler in beide benen.
Het was meteen een van zijn laatste acties en ik denk dat hij daarna bier ging halen, zoals hij deed tijdens die onvergetelijke triomftocht langs de deinende viaducten. Het paste perfect in het beeld van deze wedstrijd die droop van de nostalgie en het sentiment.
Wat was het geweldig om Blaise N’Kufo en Bryan Ruiz weer terug te zien. Al die andere sterren van de titel, de beker en de schaal. En eigenlijk toch ook het ongeloof dat we opnieuw konden genieten van Nacer Chadli, de man die op het WK van 2018 in de wedstrijd tegen Japan de winnende goal voor de Rode Duivels maakte na ‘The Best Counter Ever’ en vorige week nog voor een jaar bijtekende op het hoogste Belgische niveau. Over de hoofdpersoon is verder alles al gezegd, waarbij ik op deze plaats graag wil aansluiten met mijn complimenten voor zijn ongekende klasse om Cheick Tioté niet te vergeten. Dat standbeeld is al met al dik verdiend. Ik zou het alleen niet naast dat van Sander Boschker zetten.
Peter Bonder