Er zijn veel sporten die ik met de nodige vaardigheid kan beoefenen – zeg ik wellicht met enige zelfoverschatting. Een zeker recht van spreken heb ik wel, want ik heb mij sedert de jeugdjaren bekwaamd in voetbal, tennis, badminton, basketbal, volleybal, klootschieten, skiën, boksen en atletiek. Dat laatste bleek een blijvertje. Alle genoemde sporten liggen mij wel. Vanzelfsprekend zijn er uitzonderingen. Schaatsen ging zolang ik als jongeling doorlopers had, zodra ik de noren aan de voeten had wel het vreemd genoeg snel minder. Dat geldt ook voor de denksporten, die mij ongedurig maken aangezien ik slechts een korte tijdspanne op iets kan broeden, daarna weigeren de hersencelletjes dienst.
Iets anders is het roeien. Hoewel ik in het zweet van mijn aanschijn roeide totdat ik omviel, betrof dit een roeiapparaat en dat geldt natuurlijk niet. Het roeien in een bootje schijnt heel andere koek te zijn, waarbij het fijne spel van roeispanen in het water steken en er aan trekken zodat je vooruitgang boekt een uiterst technische bezigheid betreft. Dat blijkt ook uit de trainers die in een soort van toeter instructies schreeuwen, ondertussen met de roeiers meefietsend. Een lullig gezicht overigens. Wat mij bepaalt als een nadeel van het roeien voorkomt, is de omstandigheid dat je niet ziet waar je naar toegaat. Een voordeel is wel dat je er bij kunt zitten.
Niettemin is iemand in ons gezin volkomen maf van de roeisport. Hij kan er maar geen genoeg van krijgen. Het betreft onze corgi Gumpy. Reeds als puppy was hij idolaat van deze vorm van transport. Wij wonen namelijk op een steenworpafstand van het Twentekanaal, waar driftig geroeid wordt. Als pup rende hij luid blaffend met de roeiers mee en deze belangstelling is niet minder, maar wel meer geworden. Gumpy is inmiddels bijzonder fanatiek en wel zodanig, dat hij soms kilometers lang een roeiboot met actieve passagiers vergezelt, daarbij onophoudelijk blijk gevend van zijn vocale enthousiasme. Met name tijdens een regatta rent en blaft hij wel een uur lang, zodat hij des s-avonds uitgeput in zijn mand ligt. Hoewel aldus de instructies van de trainer soms verloren gaan in het kabaal en menig roeier verstoord opkijkt, roep ik betrokkenen toe dat hij de roeiers aanmoedigt. Zo zie ik dat tenminste.
Inmiddels denken wij er serieus over om Gumpy mee te nemen naar een roeikampioenschap, waarbij mijn trouwe viervoeter en ik op de tribune gaan zitten. Hoewel ik er goed aan doe wat oordoppen mee te nemen, hoef ik anderzijds niet bang te zijn dat mijn fanatieke metgezel in het water springt: hij heeft vreemd genoeg watervrees. Wellicht kan Gumpy als mascotte van een roeivereniging worden geadopteerd. Een dekje in de kleuren van de club behoort vanzelfsprekend tot de mogelijkheden.
Enfin: belangstellenden mogen contact met mij opnemen. Ik ben namelijk zijn manager.
Erik Endlich