Harrie Löwik is overleden. Simpele woorden, maar met een inhoudsvolle betekenis, zeker in de Nederlandse wielerwereld. Want wie in ons land ergens de naam Löwik laat vallen kijkt inmiddels al niet meer verrast op als de reactie is “oh, die van het wielrennen “. En zo gek is dat niet, want meer dan 40 jaar staat de naam van het Vriezenveense meubelbedrijf al op de shirts van de Almelose Wielervereniging De Zwaluwen. Daarnaast had hij vele jaren ook een eigen wielerteam in competitie, met heel veel succes en met renners die later een belangrijke rol speelden in het Nederlandse profpeloton. Bauke Mollema, Robert Gesink, Rudie Kemna, zoon Gerben, en heel veel anderen die beroepsrenner werden, ooit sierde de naam Löwik hun wielershirt.
Harrie werd een grote naam in de Nederlandse wielersport, maar dat straalde hij absoluut niet uit. Harrie was Harrie, bleef Harrie voor iedereen. Successen van zijn renners vond hij prachtig, dat de naamsbekendheid groeide was mooi meegenomen. Het was voor Harrie absoluut geen groot doel, zo leek het wel. Het siert de man die hij was. En toen hij zich terugtrok uit de zaak werd het stokje geruisloos overgenomen door zoon Gerben, ongemerkt leek het wel. Harrie de Tweede, in heel veel opzichten. Goed voor de zaak, maar ook goed voor de wielersport.
Het meeste plezier beleefde Harrie aan het meegaan in de koers. Als gast in de wagen van zijn eigen ploeg. En dat ‘gast’ kun je misschien beter in hoofdletter schrijven, want hij was mee om te genieten, niet om zich met het ploegbeleid te bemoeien. Daar heb ik anderen voor aangenomen, dus waarom zou mijn mening er toe doen, zei hij ooit eens tegen mij.
De laatste jaren kwam hij niet meer zo vaak bij wielerwedstrijden. Was veel in Spanje, de zon trok hem aan. Maar begin dit jaar, op het NK veldrijden voor de jeugd was hij er plotseling wel, samen met Riet. En het was alsof hij thuis kwam. Ik blijf niet zo lang, zei hij toen ik hem welkom heette. Maar twee uur later was hij er nog, en het leek wel een receptie van een man die terugkeerde. Je zag het enthousiasme op zijn gezicht groter en groter worden bij het ontmoeten van al die “oude bekenden”. Ik ben een tijd niet geweest, maar ik ga dat toch weer oppakken, zei hij bij het afscheid, staand op het gedeelte van het wielerpark De Sumpel dat zijn naam draagt, de “ Harrie Löwik Boulevard “ .
Het is er niet meer van gekomen. Woensdag 25 oktober is hij overleden. Wat blijft zijn de herinneringen aan een man, die heel veel betekend heeft voor de wielersport in zijn algemeenheid en De Zwaluwen in het bijzonder. Hoe moet je zo’n man bedanken? Met een simpel ‘dank je wel’.
Meer had hij niet gewild.
Harry Middeljans