Burgemeester Roelof Bleker van Enschede heeft de ambassadeur van Israël excuus aangeboden voor zijn weigering om hem de hand te schudden en naast hem plaats te nemen bij de viering van het 95-jarig bestaan van de synagoge in zijn stad. Dat is dus dezelfde incompetente sukkel (de burgemeester bedoel ik, niet de ambassadeur) die deze zomer de supporters van het Zweedse Hammarby voor de uitwedstrijd bij FC Twente op scherp zette met de opmerking dat het geen ‘leuk clubje’ is en toen het daarna in de Beugel Bunker voorspelbaar mis ging zijn loco-burgemeester er voor liet vliegen. Heeft hij daarna ook zijn excuses aangeboden? Nee, natuurlijk niet. Kom op hé, het is maar voetbal. En wat voor reden zou hij nou bedacht hebben om Israël en zijn hoogste vertegenwoordiger in Nederland op dermate onbeschofte wijze te beledigen? Dat ze elkaar bij Hamas jankend van vreugde in de armen zouden vallen omdat de burgemeester van Enschede hen een hart onder de riem had gestoken? From the river to the sea, Bleker wants us to be free? Die gasten hebben geen idee waar Nederland ligt, mooie gek, laat staan Alstätte-West. Of vindt hij Israël gewoon geen ‘leuk clubje’? Dat mag, maar niet wanneer je burgemeester bent. Want intussen heeft hij zijn stad wél op de kaart gezet als een achterlijk schijtgat waarvan de burgemeester zijn eigen (partijpolitieke) voorkeur kan etaleren in plaats van een onpartijdige gastheer te zijn. In gewone-mensen-taal wil dat zoveel zeggen dat je ongeschikt bent voor je functie. En dus rest er maar één conclusie: wegwezen Bleker, en rap wat!
Peter Bonder