Er wordt nimmer aandacht besteed aan de risico’s van het trainersvak. Neem de aansprakelijkheid. Wie leiding geeft aan een ongeregeld zoals mijn lopers, moet rekening houden met ongevallen van min of meer ernstige aard. Weliswaar zou ik het gevaar kunnen miniseren door geen hindernissen in de vorm van pionnetjes of bolletjes op te werpen, maar dan zou de training aanmerkelijk saaier worden. Het is derhalve een afweging tussen een afwisselende trainingsvorm en de kans dat atleten op hun bek vallen.
Dat laatste is verre van denkbeeldig. Veel van mijn hardlopers zitten in de hogere leeftijdscategorie en paren bijziendheid aan de motoriek van een blokkendoos. Voeg daar nog het onvermogen om meer dan één aanwijzing te verwerken en de lezer begrijpt, dat ik met vuur speel. Daarbij is er binnen onze vereniging onzekerheid over wie financieel wordt uitgekleed wanneer het een keer mis mocht gaan. Dat bijvoorbeeld een hardhorend lid, zich bewegend als een reumatisch schaap, over een lage hindernis dondert en vanwege een broos beenderstelsel zeven botbreuken alsmede een zware hersenschudding oploopt. Dat de verzekering vervolgens bij mijn persoon de centen komt halen, is een gitzwart maar voorstelbaar scenario.
Een ander bedrijfsrisico tijdens het trainerschap is de fluit. Aangezien een atletiekbaan groot van omvang is en bedoelde atleten zich soms aan de andere kant bevinden – en bovendien niet reageren op geschreeuw, want dat doen de meesten gelet op die hardhorendheid – maak ik gebruik van een scheidsrechtersfluit. Ik fluit mij een hersenbeschadiging opdat de overkant weet, dat ze iets moeten doen of laten.
Deze reeds decennia achtereen gehanteerde praktijk heeft geleid tot mijn tinnitus. Zodra het muisstil is, hoor ik een geruis, gelijk het geluid van een waterval die zich op ruime afstand bevindt. Nu is er zowel op de atletiekbaan als wanneer mijn eega thuis is sprake van veel lawaai, waardoor de ruis niet hoorbaar is. Maar zodra ik alleen ben en onze honden toevallig niet blaffen, hoor ik die waterval.
Dat dankzij de atletiek. Maar vooral vanwege lopers die niet luisteren.
Erik Endlich