Over vier weken begint het EK-voetbal in Duitsland. Het wordt het vierde grote toernooi bij onze Oosterburen. Aan de edities van 1974 en 1988 bewaren we goede herinneringen, met twee finales in München waarvan we er een wonnen en een verloren, dankzij een Schwalbe van Bernd Hölzenbein en een bijziende clown in de goal. Marco van Basten maakte veel goed met zijn goals tegen Duitsland en Rusland, maar de schande van 25 juni 2006 markeert nog altijd een van de zwartste dagen uit de Nederlandse voetbalgeschiedenis. Oranje had de WK-poule met Servië-Montenegro, Ivoorkust en Argentinië overleefd, en het merkwaardige is dat ik me van geen enkele wedstrtijd ook maar iets voor de geest kan halen. Dat geldt helaas niet voor achtste finale tegen Portugal in Neurenberg waarop we niet alleen werden uitgeschakeld, maar qua zuivere speeltijd ook een laagterecord scoorden. Al met al zal er zo’n krappe twintig minuten gevoetbald zijn, de rest ging op aan list, bedrog, spelbederf en matennaaierij. Khalid Boulahrouz schopte Cristiano Ronaldo bijkans doormidden, Luis Figo en Mark van Bommel verhieven de fopduik tot kunst, technisch superieure spelers als Anderson Luis de Souza, beter bekend als Deco, en Giovanni van Bronckhorst gingen tekeer als woeste schoffelaars. Scheidsrechter Valentin Ivanov, een niet te benijden Rus, had er zijn handen meer dan vol aan en gaf zestien gele en vier rode kaarten, meer dan ooit tevoren op een WK. De internationale media spraken er schande van en de BBC maakte melding van ‘The Battle of Nürnberg’. Het werd 1-0, maar dat interesseerde eigenlijk niemand. Centraal stond de vraag hoe een wedstrijd zo had kunnen ontsporen. Het antwoord daarop is nog steeds een raadsel, temeer daar de organisatie van het evenement ons iets heel anders had beloofd: de slogan luidde immers ‘A time to make friends’. Of dit toernooi ook zo’n mooi thema heeft? Geen idee, maar ik wel weet is dat Ronaldo nog steeds meedoet. We kunnen dus niet zeggen dat we niet gewaaarschuwd zijn.
Peter Bonder