Ik meen dat het merendeel van de looptrainers aan de kant staat om de atleten vanaf daar instructies toe te schreeuwen. Men houdt aldus overzicht en kan zodoende bevorderen dat de lopers technisch beter gaan lopen.
Dat laatste berust op een misvatting. Volwassen hardlopers zijn namelijk reeds gevormd als het gaat om hun bewegingspatroon: aanwijzingen zijn dus zinloos. Dat is mijn ervaring en deze wordt gedeeld door lieden die er een studie van maakten. Wie krom rent, merkwaardige zwaaibewegingen met de armen maakt of nalaat de benen ook achterwaarts te brengen – om enkele veel voorkomende fouten te noemen – zal deze omissies nimmer afleren. Het kan voor even worden verholpen, maar het resultaat is dat a) betrokkene geblesseerd raakt of b) na korte tijd terugvalt op zijn of haar disharmonisch gehannes. Ik denk aan de oudere vrouw die vanwege haar leeftijd en een half leven lang lopen op pumps zeer korte pasjes nam. Overigens in een voor haar categorie fiks tempo. Een andere trainer instrueerde haar grotere passen te nemen: een week later haakte ze af vanwege blessureleed.
Daarom ren ik mee tijdens mijn looptraining: aan de kant staan is flauwekul. Vooral in het begin is mijn tempo hoog. Dat komt, omdat mijn opdrachten slechts door een klein gedeelte van de groep begrepen wordt. De rest kletst, kijkt wat verdwaasd om zich heen of ziet iets wat hun aandacht trekt. Vervolgens zien ze mij vertrekken waarop de groep, als een soort Pavlov-reactie, achter mij aanholt. Aldus begrijpen ze na een ronde wat er verwacht wordt. Aanschouwelijk onderwijs heet dat.
Deze praktisch-pedagogische aanpak heeft derhalve voordelen, niet in de laatste plaats omdat ik op deze wijze een meer dan gemiddelde conditie heb. Natuurlijk gaan de jaren tellen en is mijn tempohardheid onderhevig aan erosie. Maar mijn loopgroep vergrijst ook zodat ik deze, alle zeilen bijzettend, nog steeds één ronde achter mij kan laten. Daarna spoed ik mij hijgend richting kantine, waar ik koffie zet. Tevens kom ik op adem, om even later deel twee in te leiden. Want ik ben de voorloper.
Erik Endlich