Donderdag 21 november 2024
Twentesport

Tweestrijd

Geplaatst op 17 juli 2024 door   ·   Geen reacties

Terwijl ik dit schrijf heeft Pogacar op de flanken van Plateau de Beile de Koninginnerit in de Pyreneeën gewonnen. In een rechtstreeks duel met Vingegaard bleek Pogy de snelste: hij demarreerde uit het wiel van zijn eeuwige rivaal. Jonas moest het hoofd buigen en kreeg een minuut aan zijn koersbroek. Tijdens de weken van de Tour kruisen deze renners de degens, overigens komen ze elkaar maar zelden tegen. Het is een heroïsche strijd, die wat mij betreft adembenemend is.

Zoiets gaan we ook meemaken in de atletiek. Rijgt Femke Bol op dit contingent de ene overwinning na de andere, aan de overkant van de haringplas is het de Amerikaanse Sydney McLaughlin-Levrone dit afgelopen maand haar eigen wereldrecord aanscherpte tot 50,65. Inmiddels heeft Femke in Zwitserland 50,59 gelopen: een forse verbetering van haar Europese record. Dat belooft wat voor de komende Olympische Spelen.

Vanzelfsprekend zijn er meer voorbeelden van atleten die het met z’n tweeën regelmatig uitvechten. Op een peilloos lager niveau, te weten het hoogspringen voor Masters tussen de 55 tot 60 jaar tijdens de Nederlandse Kampioenschappen in 2006, is eveneens een tweestrijd ontbrand die reeds lang in de week lag. Diverse mensen, waaronder mijn eega en een jurylid dat tevens een kennis van mij is, staan de betreffende dramatische gebeurtenis bij alsof het zich slechts vijf jaar geleden heeft voorgedaan.

In het licht van die krachtmeting is het goed te weten, dat de deelnemer Jan H. uit Veghel reeds enkele edities voor 2006 mij de voet behoorlijk dwarszat – in overdrachtelijke zin dan. Hij sprong namelijk telkens een centimeter of vijf hoger dan deze jongen.

Enfin, die bewuste zaterdag in mei was ik in goeden doen en sprong ik net zo hoog als deze Janneman. Sterker: we hadden evenveel sprongen nodig voor die, naar ik meen, 1.82. Er volgde, conform het reglement, een zogeheten barrage. De lat werd hoger gelegd en ging telkens een centimeter lager, tot één atleet de hoogte zou halen. Nu: dat was ik. Jan was bloednerveus en ik keuvelde nog voor mijn glorieuze sprong met een omstander. Zen gaat voor Zenuwen. Dus werd ik kampioen en Jan niet. Het was onvergetelijk.
De Veghelaar is zich sedertdien gaan toeleggen op het bezoeken van de lokale bingoavonden. Niet iedereen kan een nederlaag verdragen.

Erik Endlich

Delen is sportief

Reacties (0)




Archief